Opstarten
Opstarten
Ken de bedieningsorganen
Richtings-/snelheidspedalen
De richtings-/snelheidspedalen zorgen ervoor dat
de LineDriver naar voren en naar achteren gaat.
Bij het omschakelen van voorwaarts naar
achterwaarts activeert u een remactie. Wanneer
beide voeten van de pedalen worden verwijderd,
stopt de LineDriver. Gebruik één of beide voeten
om de pedalen te bedienen.
Parkeer-/noodrem
De parkeer-/noodrem stopt de machine in geval
van nood en voorkomt dat deze gaat rollen als
ze geparkeerd staat. Om de parkeer-/noodrem
in te schakelen, drukt u het rempedaal stevig in tot
het vastklikt. Om te ontgrendelen, drukt u op
de onderste rand van het rempedaal.
8
Snelheidsschakelaar
™
ExactMil
Snelheidsregelingsmodus
ExactMil-modus zorgt voor een consistente
verfdikte door de snelheid constant te houden.
Om de ExactMil-modus in te schakelen:
1. Stop met bewegen. Draai de snelheidsregelknop
geheel linksom.
2. Stel de snelheidsschakelaar in op de
ExactMil
-stand.
3. Trap het pedaal in om naar voren te gaan. Stel de
snelheidsregelknop in op de gewenste snelheid.
OPMERKING: De ExactMil-snelheidsregeling is
alleen actief als u vooruit rijdt. De achterwaartse
snelheid wordt niet geregeld. De ExactMil-snelheids-
regeling beperkt de maximale snelheid die met het
pedaal kan worden verkregen.
Om de ExactMil-modus uit te schakelen:
•
Zet de snelheidsschakelaar terug in de middelste
stand.
Volle snelheidsmodus
Stel de snelheidsschakelaar in op de middelste
-stand. Hierdoor is een voorwaartse snelheid van
16 km/u (10 mph) en een achterwaartse snelheid van
11 km/u (7 mph) mogelijk.
3A9059E