c
-
onTinue
ToeDieningsmoDus
Reservoirvolume
Dit is het volume van de vloeistof in het reservoir. De waarde voor het
reservoirvolume neemt af als de pomp wordt geprimed of vloeistof toedient.
®
De CADD
-Solis-systeemadministrator kan een standaard reservoirvolume
instellen, zodat het reservoirvolume snel op die waarde kan worden
teruggesteld. De arts kan het reservoirvolume wijzigen in een andere
hoeveelheid. Deze wijziging geldt alleen voor het huidige protocol en blijft
van kracht tot de taak Start nieuwe patiënt of Start nieuw protocol, zelfde
patiënt wordt geselecteerd.
Starttijd
Als Uitgestelde start instellen is geprogrammeerd (zie pagina 31), wordt
Starttijd als de laatste toedieningsinstelling weergegeven. Dit is het tijdstip
waarop de volgende infusie begint. De pomp moet op de geselecteerde
datum en tijd lopen om de toediening te kunnen beginnen.
Programmeervoorbeeld
WAARSCHUWING: Houd rekening met de toedieningsnauwkeurigheid van ± 6% van het systeem
wanneer u de pomp programmeert en/of het reservoir vult. Als dit wordt nagelaten, kan dit ertoe
leiden dat het reservoir sneller leeg is dan verwacht. Als de pomp wordt gebruikt voor het toedienen
van kritieke medicatie of medicatie die de patiënt in leven houdt, kan een onderbreking in
het toedienen van medicatie resulteren in letsel bij of overlijden van de patiënt.
Voorbeeld: Medicatie wordt in een standaard infuuszak van 1000 mL geleverd. De patiënt dient
medicatie te ontvangen met een continue snelheid van 125 mL/uur. De KVO-snelheid dient te zijn
ingesteld op 0 mL/uur.
1. Selecteer de therapie
2. Selecteer de kwalificatie
48
• Stop de pomp als deze loopt.
• Selecteer Taken, vervolgens Bekijk geavanceerde taken en
vervolgens Start nieuwe patiënt.
• Ontgrendel het toetsenbord.
U
D
• Druk op
of
om de Continue-therapie te markeren en
S
druk op
. Zie Start nieuwe patiënt op pagina 27 voor meer
informatie over het selecteren van de therapie.
U
D
• Druk op
of
om de gewenste kwalificatie te markeren
S
en druk op
.