11. Accepteer de waarden
12. Bereid de pomp voor de patiënt voor
• V olg de instructies voor het bevestigen van een cassette, primen en aansluiten van de pomp bij de
patiënt in De pomp bedienen op pagina 78.
Geef een klinische bolus
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij gebruik van de klinische bolusfunctie. Aangezien er geen
grenzen gesteld zijn aan de frequentie van het toedienen van een bolus en de hoeveelheid van een
bolus op wel 50 mL (of het equivalent in mg of mcg) ingesteld kan worden, mag u niet toestaan dat
de patiënt of een arts zonder machtiging bekend raakt met de procedure voor het toedienen van een
klinische bolus. Onjuiste programmering kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
Er kan alleen een klinische bolus worden toegediend als de pomp loopt. Er kan een vooraf ingestelde
hoeveelheid medicatie mee worden toegediend, zoals bijvoorbeeld een oplaaddosis. Een klinische bolus
kan niet worden gestart terwijl een PCA-dosis wordt toegediend. De toegediende hoeveelheid verlaagt het
reservoirvolume en verhoogt de toegediende hoeveelheid maar wordt niet opgeteld bij de dosistellers of bij
de toedieningslimiet. Een klinische bolus kan tijdens de toediening gestopt worden.
Opmerking:
•
Als een klinische bolus handmatig gestopt wordt door de arts of automatisch gestopt wordt door een
alarm, stroomuitval of een andere toestand waardoor de toediening wordt gestopt, onthoudt de pomp
het onderbrekingspunt van de bolus. De volgende keer dat een klinische bolus wordt toegediend, kunt
u de klinische bolus starten waar deze werd onderbroken of beginnen met een nieuwe klinische bolus.
•
De maximale klinische bolus kan beperkt worden door de instellingen in het protocol. Dit wordt
bepaald door de CADD
Een klinische bolus starten:
1. Verzeker u ervan dat de pomp loopt.
2. Druk in het menu Geavanceerde taken (zie pagina 100) op
om Geef klinische bolus te markeren en druk op
3. Ontgrendel het toetsenbord.
WAARSCHUWING: Om te voorkomen dat de patiënt toegang heeft tot de klinische bolusfunctie,
moet u zorgen dat de patiënt de beveiligingscodes voor artsen en administratoren niet kent.
Onjuiste programmering kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
• Als er nog geen waarden zijn geaccepteerd, drukt u op
om elke instelling te markeren en selecteert u Accept. waarde
als de instelling juist is. Er verschijnt een groen vinkje naast elke
geaccepteerde waarde.
• Nadat u klaar bent met de controle, selecteert u Volgende.
®
-Solis-systeemadministrator.
U
D
of
S
.
PcA-
ToeDieningsmoDus
U
D
of
43