Patiënttoestemmingen
Er worden beveiligingsniveaus gebruikt om ongeautoriseerde toegang tot bepaalde programmeer- en
bedieningsfuncties te beperken. In sommige gevallen kunnen de standaard fabrieksinstellingen worden
gewijzigd om patiënten aanvullende toegang tot pompfuncties te verlenen. Wijzig de beveiligingsinstellingen
niet zonder de juiste training aan patiënten te geven.
Met de taak Patiënttoestemmingen kunt u de toegang van een patiënt tot twee specifieke taken regelen:
primen en instellen van een uitgestelde start. Het op 'uit' instellen van de toestemmingen geeft de patiënt
toegang tot één of beide taken zonder daarvoor een beveiligingscode te hoeven invoeren. Het op 'aan'
instellen van de toestemmingen beperkt de toegang van de patiënt tot één of beide taken omdat er een
beveilingscode nodig is.
WAARSCHUWING:
•
Maak nooit de beveiligingscodes van de pomp of andere informatie bekend waarmee een
patiënt of arts zonder machtiging hiervoor toegang zou kunnen krijgen tot alle programmeer- en
gebruiksfuncties. Onjuiste programmering kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
•
Laat de pomp nooit onbeheerd achter als deze is ontgrendeld. Alle programmeerfuncties zijn
toegankelijk terwijl de pomp ontgrendeld is en onjuist ingevoerde instellingen kunnen resulteren
in het ontstaan van ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
Druk in het menu Gevanceerde taken op
Patiënttoestemmingen te markeren en druk op S.
Primebeveiliging aan/uit
Als u deze waarde op 'uit' instelt, kunnen patiënten de lijn primen zonder een beveiligingscode
te hoeven invoeren.
Procedure voor het instellen van patiënttoestemmingen voor priming:
1. Stop de pomp als deze loopt.
2. Druk in het menu Patiënttoestemmingen op
Primebeveiliging aan/uit te markeren en druk op S.
3. Ontgrendel het toetsenbord.
U
D
4. Druk op
of
om de beveiliging in te stellen op Aan
(beveiligingscode vereist) of op Uit (geen beveiligingscode vereist)
en selecteer Opslaan.
U
D
of
om
U
D
of
om
T
Aken en geAvAnceerDe TAken
101