Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan/Uit-Schakelaar; Stroomaansluiting; Usb-Poort; Pca-Handsetaansluiting - Smiths Medical CADD-Solis VIP 2120 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

A
lgemene beschrijving

Aan/Uit-schakelaar

Zet de pomp aan of uit. Blijf de schakelaar indrukken totdat de pomp opstart. Druk de schakelaar in om
de pomp uit te zetten en bevestig dat u wenst af te sluiten door Ja te selecteren.

Stroomaansluiting

U kunt de AC-adapter in de stroomaansluiting steken. Wanneer de AC-adapter is aangesloten, gaat
het blauwe lampje van de stroom branden. Dit lichtje brandt ongeacht of de pomp aan of uit staat.
Zie AC-adapter op pagina 15 voor meer informatie.

USB-poort

Een mini-B USB-kabel kan op de USB-poort worden aangesloten voor communicatie met de CADD
Solis Medication Safety Software.

PCA-handsetaansluiting

Gebruikt voor het bevestigen van de PCA-handset. Zie PCA-handset op pagina 15 voor meer
informatie.

Batterijvakje

Vier AA-batterijen of de herlaadbare batterij passen in dit vakje. De batterijen zijn de primaire energiebron
of dienen als back-up wanneer de AC-adapter wordt gebruikt. Zie Batterijen op pagina 78 voor meer
informatie.

Cassettesluiting

Wordt gebruikt om de cassette aan de pomp te bevestigen. Wanneer de pomp is ingeschakeld, gaat deze na
of de cassette goed is bevestigd. Als de cassette loskomt, stopt de toediening en wordt er een alarmsignaal
gegeven. Zie Een cassette bevestigen op pagina 82 en Een cassette verwijderen op pagina 81.

Cassette-/toetsenbordvergrendeling

Zet de cassette op de pomp vast met behulp van de bijgeleverde pompsleutel. De cassettesluiting
moet gesloten zijn voordat deze kan worden vergrendeld. De cassette-/toetsenbordvergrendeling kan
geconfigureerd worden om alleen de cassettesluiting te ontgrendelen of om zowel de cassettesluiting
als het toetsenbord te ontgrendelen. Dit wordt ingesteld door de CADD
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 18.

Luchtdetector

De luchtdetector kan in- of uitgeschakeld worden, afhankelijk van de instellings- of therapievereisten
(zie Luchtdetector aan/uit op pagina 103). Als er lucht wordt aangetroffen in het gedeelte van de lijn dat
de luchtdetectiesensor passeert, gaat een alarm over en stopt de toediening. Als er geen luchtdetector is
vereist, kan deze worden uitgeschakeld.
WAARSCHUWING: Als de luchtdetector is uitgeschakeld, neemt de pomp geen lucht in het vloeistofpad
waar. Het wordt aanbevolen om het vloeistofpad regelmatig te controleren en de eventueel
aanwezige lucht te verwijderen, zodat het ontstaan van een luchtembolie wordt voorkomen. Het
ontstaan hiervan kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.

Neerwaartse occlusiesensor

De pomp bevat een neerwaartse occlusiesensor. Wanneer neerwaartse occlusie (tussen de pomp en
de patiënt) wordt waargenomen, gaat een alarm over, stopt de toediening en wordt op het scherm
'Neerwaartse occlusie. Verwijder occlusie tussen pomp en patiënt' weergegeven.

Opwaartse occlusiesensor

De pomp bevat een opwaartse occlusiesensor. Deze functie kan zijn in- of uitgeschakeld (zie Opwaartse
sensor aan/uit, op pagina 104). Wanneer een opwaartse occlusie (tussen de pomp en het reservoir) wordt
waargenomen, gaat een alarm over, stopt de toediening en wordt op het scherm 'Opwaartse occlusie.
Verwijder occlusie tussen pomp en reservoir' weergegeven.
WAARSCHUWING: Als de sensor voor opwaartse occlusie is uitgeschakeld, controleert de pomp niet
of er sprake is van opwaartse occlusie tussen de pomp en het reservoir. Het wordt aanbevolen om
regelmatig te controleren of het vloeistofpad niet wordt geblokkeerd door een knik in de infuuslijn,
een slangklem of andere oorzaken van opwaartse obstructies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot
onvoldoende toediening van medicatie. Als deze occlusies niet worden opgemerkt, kunnen ze leiden
tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt.
14
®
-Solis-systeemadministrator.
-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave