4. TRANSPORT
4.1. Transportstand
Gevaar!
4.2. Verplaatsen met de bouwkraan
Gevaar!
Gevaar!
Om de steensnijzaag tegen ongewenst wegrollen te beveiligen, mag de steensnijzaag alleen in
transportstand worden vervoerd.
Tot de transportstand behoort:
De steensnijzaag is van het stroomnet onderbroken en de voedingsstekker (Pos. 8) is in de
houder gehangen.
De parkeerrem op de stuurbare rol (Pos. 15) is bediend.
De zaagtafel (Pos. 11) is tot de aanslag in de machine gereden en aan de achterkant met de
splitpen (Pos. 10) beveiligd.
De klemhefboom van de snijhoogteverstelling (Pos. 7) is vastgedraaid.
Controle van de vergrendeling van de zaagarm
De vergrendeling (Pos. 18) moet op het frame staan.
Klap de klemhefboom van de aanzeteenheid in (alleen bij DTS 901-V)
De waterbak (Pos. 13) moet leeg gemaakt zijn.
De steensnijzaag mag alleen in transportstand worden vervoerd of verplaatst.
Gebruik alleen onbeschadigde aanslagmiddelen met voldoende draagvermogen.
Er mogen geen personen onder zwevende lasten blijven staan.
Hang de steensnijzaag met een aanslagmiddel met voldoende draagkracht in het kraanoog (Pos.
12).
Wijs vakkundige instructeurs voor het hijsproces aan
Maak alleen gebruik van geschikte heftoestellen met voldoende draagvermogen
Hijs het voorzichtig op en let op het zwaartepunt
Houd de steensnijzaag altijd in het oog
Beveilig de lading op een betrouwbare wijze. Gebruik geschikte aanslagpunten
Ga bij hernieuwde inbedrijfstelling alleen overeenkomstig de gebruikshandleiding te werk.
23/41