1.5.4.10
1.5.4.11
1.5.4.12
1.5.5. Omzetten van steensnijzaag
1.5.5.1
1.5.5.2
1.5.5.3
1.5.6. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
1.5.6.1
1.5.6.2
1.5.6.3
1.5.6.4
1.5.6.6
1.5.6.7
1.5.6.8
Houd een waterbron voor het bijvullen van de waterbak stand-by. De waterbron mag niet
rechtstreeks worden aangesloten.
De voedingsstekker mag niet onder belasting eruit worden getrokken.
Verwijder de waterpomp bij vorstgevaar uit de waterbak. Waterpompen die reeds bevroren zijn,
moeten voor het inschakelen ontdooid worden.
Het omzetten van de steensnijzaag mag alleen bij stilstaand zaagblad worden uitgevoerd.
Voordat de bedieningsplek wordt verlaten, moet de machine worden uitgeschakeld en het
zaagblad mag niet meer draaien. Er bestaat letselgevaar door roterend zaagblad.
De operator moet direct na het omzetten van de machine de parkeerrem bedienen.
De machine moet tegen wegrollen worden beveiligd.
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -
termijnen moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van
onderdelen/deeluitrustingen! Deze activiteiten mogen alleen door geautoriseerde vakmensen
worden uitgevoerd.
Licht het bedieningspersoneel voor het begin in over de uitvoering van speciale- en
instandhoudingswerkzaamheden! Benoem toezichtspersoneel!
Wanneer de machine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld is,
moet deze tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd.
Voor het reinigen moeten alle openingen om veiligheids- en/of functionele redenen worden
afgedekt en dichtgeplakt, om indringen van reinigingsmiddelen te voorkomen. Vooral elektrische
motoren, schakelaars en stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de
afdekkingen/plakmiddelen weer volledig verwijderd worden!
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten losgemaakte schroefverbindingen steeds
worden vastgedraaid!
Indien de demontage van veiligheidsinrichtingen voor het opbouwen, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, moet direct na de afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
montage en de controle van de veiligheidsinrichtingen plaatsvinden!
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
13/41