Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lijst Historiek Anomalieën; Diagnostiek En Signaleringen; Signalering Met Het Knipperlicht; Signalering - Nice RB400 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Er wordt geen enkele manoeuvre aange-
stuurd en het knipperlicht knippert enkele
malen
Het manoeuvre wordt in gang gezet, maar
direct daarna vindt omkering plaats
De manoeuvre wordt op de gebruikelijke
wijze uitgevoerd, maar het knipperlicht werkt
niet
De manoeuvre wordt op de gebruikelijke wij-
ze uitgevoerd, maar het OGI-controlelampje
werkt niet
9.1 - Lijst historiek anomalieën
ROBUS maakt het mogelijk de eventuele storingen weer te geven die zich tijdens de laatste 8 manoeuvres hebben voorgedaan, bijvoorbeeld
onderbreking van een manoeuvre door de activering van een fotocel of contactlijst. Om de lijst met de anomalieën te controleren, gaat u te werk
zoals beschreven in tabel 17.
Tabel 17 - Historiek storingen
01.
Houd de toets [Stop/Set] ingedrukt gedurende circa 3 s
02.
Laat de toets [Stop/Set] los zodra het ledlampje L1 begint te knipperen
Druk de toetsen [▲] of [▼] in en laat deze los om het geknipper van de led te verplaatsen op L8,
03.
d.w.z. het "ledlampje ingang" voor de parameter "Lijst anomalieën"
Houd de toets [Stop/Set] ingedrukt; deze toets moet tijdens alle stappen 5 en 6 ingedrukt
04.
gehouden worden
Wacht ongeveer 3s; daarna zullen de ledlampjes gaan branden die overeenkomen met de
manoeuvres waar zich een storing heeft voorgedaan. Het ledlampje L1 geeft het resultaat van het
05.
meest recente manoeuvre aan, het ledlampje L8 geeft het resultaat van het achtste manoeuvre
aan. Als het ledlampje aan is, betekent dit dat er zich tijdens het manoeuvre storingen hebben
voorgedaan; als het ledlampje uit is, betekent dit dat het manoeuvre beëindigd is zonder storingen
Druk de toetsen [▲] en [▼] in en laat deze los om het gewenste manoeuvre te selecteren:
06.
Het ledlampje in kwestie zal zoveel keer knipperen als het knipperlicht dat normaal doet na een
anomalie (zie tabel 18)
07.
Laat de toets [Stop/Set] los

9.2 - Diagnostiek en signaleringen

Enkele inrichtingen bieden rechtstreeks bijzonder signaleringen, aan de hand waarvan de bedrijfsstatus of een eventuele storing kunnen worden
herkend.

9.2.1 - Signalering met het knipperlicht

Het knipperend signaleringslicht FLASH zal tijdens de manoeuvre één maal per seconde knipperen; wanneer er een storing is, zal het kortere
knipperingen geven; deze knipperingen worden twee maal herhaald met daartussen een pauze van een seconde.

Signalering

Oorzaak
1 knippering
Fout in BlueBus-systeem
pauze 1 sec.
1 knippering
2 knipperingen
Inwerkingtreding van een fotocel
pauze 1 sec.
2 knipperingen
3 knipperingen
Inwerkingtreding van de begrenzer
pauze van 1 sec.
van de "Motorkracht"
3 knipperingen
4 knipperingen
Activering van de ingang STOP
pauze van 1 sec.
4 knipperingen
Tel het aantal knipperingen en controleer dit aan de hand van de gegevens in tabel 18
De geselecteerde kracht is mogelijk te laag voor het type hek. Controleer of er sprake is van
obstakels en selecteer eventueel een grotere kracht
Controleer of er tijdens het manoeuvre spanning staat op het FLASH-klemmetje van het knip-
perlicht (aangezien het licht knippert, is de spanningswaarde niet significant: ongeveer 10 - 30
Vcc); als er spanning op staat, is het probleem toe te schrijven aan de lamp: deze moet wor-
den vervangen door een lamp met dezelfde specificaties; als er geen spanning op staat, is er
mogelijk sprake van overbelasting van de FLASH-uitgang: controleer of er toch geen sprake is
van kortsluiting op de kabel
Controleer het type functie dat geprogrammeerd is voor de OGI-uitgang (Tabel 7)
Wanneer het controlelampje zou moeten branden, controleert u of er spanning op het SCA-
klemmetje zit (ongeveer 24 Vcc); als er spanning op staat, is het probleem toe te schrijven aan
het controlelampje: dat moet worden vervangen door een lampje met dezelfde specificaties;
als er geen spanning op staat, is er mogelijk sprake van overbelasting van de SCA-uitgang:
controleer of er sprake is van kortsluiting op de kabel
Tabel 18
Oplossing
Bij het begin van de manoeuvre komen de op BlueBUS aangesloten inrichtingen niet
overeen met die welke tijdens de herkenningsfase in het geheugen zijn opgeslagen.
Het is mogelijk dat er defecte inrichtingen zijn: controleren en vervangen; als er
wijzigingen zijn doorgevoerd, dient u de herkenningsprocedure te herhalen
Bij het begin van het manoeuvre geven één of meer fotocellen geen toestemming
tot het manoeuvre; controleer of er obstakels zijn.
Dit is normaal tijdens de beweging als er inderdaad een obstakel aanwezig.
Tijdens de manoeuvre heeft de poort meer wrijving ondervonden;
controleer de oorzaak.
Bij het begin van of tijdens het manoeuvre is de STOP-ingang in werking getreden;
controleer de oorzaak.
Voorbeeld
3s
L1
of
L8
3s
en
Nederlands – 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rb250hs

Inhoudsopgave