Brandstoffilters en brandstoftank reinigen
In de brandstoftank en de motor zijn brandstoffilters aangebracht.
1.
Brandstoftankfilter: Haal het afgebeelde kniestuk los van de brandstofinlaat. Verwijder het kniestuk en
maak het brandstoffilter schoon.
a
a -
filter
b -
kniestuk brandstofinlaat
2.
Motorfilter: Verwijder de dop en maak het brandstoffilter in de motor schoon.
a -
brandstofpomp
b -
brandstoffilter
c -
brandstofleiding
3.
Brandstoftank: Water of vuil in de brandstoftank kunnen motorproblemen veroorzaken. Maak de tank
op gezette tijden of na langdurige opslag van de motor (langer dan drie maanden) schoon.
BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in het filter door in de pompbal te knijpen
tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Onderhoud van de buitenkant
Uw buitenboordmotor wordt beschermd door duurzame lak. Maak de lak regelmatig schoon en zet deze in de
was, gebruikmakend van geschikte reinigingsmiddelen en was.
Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met
afstandsbediening
BELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt.
nld
ONDERHOUD
c
a
b
b
37711
41036
53