PHOTO STORY gebruiken – (J)
U kunt een PHOTO STORY maken. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO STORY
is geselecteerd.
1
Draai de functieknop naar J.
• Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A: Standaard
2
B: Snelheid
C: In-/uitzoomen
* Met Lay-out kunt u voor elk frame een fotomodus
instellen, inclusief creatieve fi lters.
g "Fotomodus" (Blz. 61)
2
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
• U kunt een gedetailleerd scherm openen waar u met I de variatie of het aantal
frames kiest.
• U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook de hoogte-/breedteverhouding, het deelpatroon en het kadereffect
van afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
Druk op I en gebruik FG om de variatie te wijzigen.
E
F G H
• U kunt de framekleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
• Elk thema en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
3
Druk als u klaar bent met de instellingen op z.
• De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-weergave.
• Het motief van het huidige frame wordt weergegeven.
• Raak een willekeurig frame zonder beeld aan om dat frame in te stellen als het
huidige frame.
• Druk op de knop MENU om het thema te veranderen.
4
Neem een foto voor het eerste frame.
• De foto die u hebt genomen, wordt in het eerste frame
weergegeven.
• Om met fotograferen te stoppen voordat u alle beelden hebt vastgelegd, drukt u op
de knop MENU en selecteert u een optie voor het opslaan van de foto's.
[Opslaan]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop met fotograferen.
[Later doen]: Sla foto's op een SD-kaart op en stop tijdelijk met fotograferen.
[Weggooien]: De opname stoppen zonder de beelden op te slaan.
28 NL
D: Lay-out*
F: Leuke kaders
Q: Lopend werk
Oorspronkelijke PHOTO STORY
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
Opgeslagen gegevens kunnen later worden opgehaald en het
fotograferen kan later worden hervat. (Blz. 29 )
Standaard
ISO-A
200
250
250
F5.0 0.0
0.0
1
1023
1023