S
Sequentieel L
Zelfontspan-
Y12s
ner 12 SEC.
Zelfontspan-
Y2s
ner 2 SEC.
Eigen
YC
zelfontspanner
• Om de geactiveerde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op G.
• Als u S gebruikt, verschijnt tijdens het opnemen geen bevestigingsafbeelding.
De afbeelding wordt na afl oop van het fotograferen opnieuw weergegeven. Als u T
gebruikt, wordt de daarvòòr gemaakte foto weergegeven.
• De snelheid van sequentiële opnamen varieert afhankelijk van de lens die u gebruikt en
de scherpstelling van de zoomlens.
• Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen,
stopt de camera met fotograferen en begint de gemaakte foto's op te slaan op het
geheugenkaartje. Als batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's
opslaan.
• Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
• Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen met een snelheid van 3,7 frames per seconde (fps).
De scherpstelling en belichting worden vergrendeld volgens
de geselecteerde opties voor [AF-modus] (Blz. 49 ) en [AEL/AFL]
(Blz. 99 ).
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-led brandt eerst
ongeveer 10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden
lang te knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-led knippert ongeveer
2 seconden, en daarna wordt de foto gemaakt.
Druk op de knop INFO om [Y Timer], [Aantal beelden],
[Intervaltijd] en [Elk frame AF] in te stellen.
Selecteer een instelling met HI en pas de instelling aan met de
subregelaar (P).
Als [Elk frame AF] is ingesteld op [Aan], wordt elk frame
automatisch scherpgesteld voordat de foto wordt genomen.
2
NL
55