Film
Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen)
2
Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het
maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen.
• Selecteer [Beeldstab.], druk op de knop INFO, selecteer een brandpuntsafstand met
behulp van HI en druk op z.
• Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1000 mm.
• Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat.
• De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
• Als u een statief gebruikt, dient u [Beeldstab.] in te stellen op [OFF].
• Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar, wordt prioriteit
gegeven aan de lensinstellingen.
• Wanneer de beeldstabilisatie bij de lens prioriteit krijgt en de camera is ingesteld op
[S-IS-AUTO], wordt [S-IS1] gebruikt in plaats van [S-IS-AUTO].
• U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt
ingeschakeld.
Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar
Stel de beeldstabilisator van de camera en de beeldstabilisatiefunctieschakelaar van de lens
in. Gebruikt u de beelstabilisator niet, zet dan beide functies op de camera en de lens op 'uit'.
Sequentiële opnamen/de zelfontspanner gebruiken
Blijf de ontspanknop helemaal indrukken om een reeks foto's te maken. U kunt ook
foto's maken met behulp van de zelfontspanner.
1
Druk op de jY-knop (G) om repeterende opnamen/zelfontspanner weer
te geven.
• Gebruik de z-knop ook om de live controle weer te geven, en door j/Y-item
(sequentiële opnamen/zelfontspanner) te kiezen door middel van FG.
• U kunt dit ook instellen via [j/Y] in X Opnamemenu 2.
2
Selecteer een optie met HI en druk op z.
Enkelbeeldop-
o
namen
T
Sequentieel H
54 NL
UIT
Film-I.S. Uit
Aan
Film-I.S. Aan
Enkel
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera 1 foto
(gewone opnamestand, enkelbeeldopname).
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen met een snelheid van 7,1 frames per seconde (fps).
De scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld op
de waarden van de eerste opname in elke reeks.
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
Naast de beeldstabilisatie die wordt toegepast
in alle richtingen, compenseert de camera ook
voor camerabewegingen die zich voordoen
tijdens het lopen.
Enkel
j/Y