Werking
den gekanteld om de propeller en de onder-
bak te beschermen tegen botsing met
obstakels en corrosie door zout te beperken.
DWM00221
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat iedereen uit de buurt van
de buitenboordmotor blijft tijdens het naar
boven of naar beneden kantelen. Er kun-
nen lichaamsdelen worden verpletterd
tussen de motor en de klembeugel wan-
neer de motor wordt getrimd of gekanteld.
DWM00230
WAARSCHUWING
Lekkende brandstof zorgt voor brandge-
vaar. Draai de ontluchtingsschroef dicht
en zet de brandstofkraan in de gesloten
stand als de buitenboordmotor meer dan
een paar minuten wordt gekanteld. Anders
zou er brandstof kunnen gaan lekken.
DCM00231
OPGELET
Alvorens de buitenboordmotor te kante-
G
len, moet de procedure die in dit hoofd-
stuk
in
"Uitschakelen
motor"wordt beschreven, worden ge-
volgd. Kantel de buitenboordmotor
nooit als hij draait. Ernstige schade door
oververhitting kan daar het resultaat van
zijn.
34
Kantel de motor niet omhoog door tegen
G
de kantelhendel te duwen, want die kan
daardoor breken.
Hou de aandrijfeenheid altijd hoger dan
G
de propeller. Anders kan er water in de
cilinder lopen, met beschadiging tot ge-
volg.
De buitenboordmotor kan niet worden
G
gekanteld als hij in achteruit staat of als
hij 180° is gedraaid (tegen de achter-
kant).
DMU27965
Procedure voor het naar boven kante-
len (modellen met handbediend kan-
telmechanisme)
1.
Zet de schakelhendel in neutraal (indien
voorzien) en draai de buitenboordmotor
naar voor.
2.
Draai de stuurfrictieregelhendel aan door
hem naar rechts te draaien om te voorko-
men dat de buitenboordmotor vrij kan
draaien.
3.
Draai de ontluchtingsschroef vast.
van
de