Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vastklemmen Van De Buitenboordmotor - Yamaha F2.5A Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor F2.5A:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
DCM01630
OPGELET
Controleer tijdens het testen in het water
G
het drijfvermogen van de boot in rust-
toestand met maximale lading. Ga na of
het peil van het stilstaande water op het
uitlaathuis laag genoeg is om te voorko-
men dat er water in de vermogenskop te-
recht kan komen, wanneer het water ten
gevolge van golven stijgt wanneer de
buitenboordmotor niet draait.
Een verkeerde motorhoogte of zaken die
G
het gelijkmatig stromen van water be-
lemmeren (de vorm of de staat van de
boot, of accessoires als spiegelladders
of dieptesensoren) kunnen zorgen voor
opstuivend water als de boot aan het va-
ren is. Als de motor continu wordt ge-
bruikt in aanwezigheid van opstuivend
water, kan er genoeg water in de inlaato-
pening van de onderbak terechtkomen
om de motor ernstig te beschadigen. Eli-
mineer de oorzaak van het opstuivend
water.
NOTA:
De optimale montagehoogte van de buiten-
G
boordmotor hangt af van de boot/motor-
combinatie en van de gewenste toepas-
sing. Testvaarten met verschillende monta-
gehoogte kunnen u helpen bij het bepalen
20
van de optimale montagehoogte. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer of bootfabrikant
voor meer informatie over het bepalen van
de juiste montagehoogte.
Voor instructies betreffende het instellen
G
van de trimhoek van de buitenboordmotor,
zie pagina 31.
DMU26971
Vastklemmen van de buitenboordmo-
tor
1.
Breng de buitenboordmotor zo centraal
mogelijk op de spiegel aan. Draai de
spiegelklemschroeven gelijkmatig vast.
Controleer tijdens het varen af en toe of
de klemschroeven nog vast zitten, want
zij kunnen loskomen door het trillen van
de motor. WAARSCHUWING! Losse
klemschroeven kunnen ervoor zorgen
dat de buitenboordmotor van de spie-
gel valt of dat hij beweegt. Dat kan ver-
lies
van
controle
verwondingen veroorzaken. Zorg er-
voor dat de spiegelschroeven stevig
aangedraaid zijn. Controleer tijdens
het varen af en toe of dat dat nog
steeds het geval is.
2.
Als uw motor uitgerust is met een veilig-
heidskabelbevestiging, dient er een vei-
ligheidskabel of -ketting te worden
gebruikt. Maak één uiteinde vast aan de
veiligheidskabelbevestiging en het ande-
re aan een stevig bevestigingspunt in de
en
ernstige
[DWM00641]
ZMU02012

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave