2 Selecteer Ellipse (Ellips) op het scherm.
Opmerking: Als u het toegestane aantal metingen
overschrijdt, is Ellipse (Ellips) niet beschikbaar.
3 Gebruik de touchpad om de grootte en positie
van de ellips aan te passen. Met de toets
(Selecteren) kunt u tussen positie en
SELECT
grootte wisselen.
Raadpleeg
"Een meting bij een berekening en in
een patiëntrapport opslaan"
Handmatig traceren (2D)
1 Druk in een stilgezet 2D-beeld op de toets
(Passer).
CALIPER
2 Selecteer Manual (Handmatig) op het scherm.
Opmerking: Als u het toegestane aantal metingen
overschrijdt, is Manual (Handmatig) niet
beschikbaar.
3 Plaats de passer met de touchpad op de plaats
waar u wilt beginnen.
4 Druk op de toets
SELECT
5 Voltooi de trace met de touchpad en druk op
de toets
(Instellen).
SET
Raadpleeg
"Een meting bij een berekening en in
een patiëntrapport opslaan"
metingen in M Mode
De basismetingen die u kunt uitvoeren in
M Modebeeldvorming worden hieronder
vermeld:
• Afstand in cm/tijd in seconden
• Hartfrequentie (HR) in slagen per minuut
(bpm)
De tijdschaal boven de trace heeft kleine
markeringen bij intervallen van 200 ms en grote
markeringen bij intervallen van 1 seconde.
Afstand meten (M Mode)
U kunt maximaal vier afstandsmetingen
uitvoeren op een beeld.
op pagina 53.
(Selecteren).
op pagina 53.
1 Druk in een stilgezette M Modetrace op de
toets
(Passer).
CALIPER
Er wordt één passer weergegeven.
2 Positioneer de passer met de touchpad.
3 Druk op de toets
SELECT
tweede passer weer te geven.
4 Positioneer de tweede passer met de
touchpad.
Raadpleeg
"Een meting bij een berekening en in
een patiëntrapport opslaan"
Hartfrequentie meten (M Mode)
1 Druk in een stilgezette M Mode trace op de
toets
(Passer).
CALIPER
2 Selecteer HR op het scherm.
Er wordt een verticale passer weergegeven.
3 Plaats de verticale passer met de touchpad op
de piek van de hartslag.
4 Druk op de toets
SELECT
Er wordt een tweede verticale passer
weergegeven.
5 Plaats de tweede verticale passer met de
touchpad op de piek van de volgende
hartslag.
Raadpleeg
"Een meting bij een berekening en in
een patiëntrapport opslaan"
de meting van de hartfrequentie in het
patiëntrapport opslaat, wordt een ingevoerde
hartfrequentie op het patiëntinformatieformulier
overschreven.
Raadpleeg ook
"Hartfrequentie van foetus meten
(M Mode)"
op pagina 81.
Doppler-metingen
De basismetingen die u in
Doppler-beeldvorming kunt uitvoeren, zijn
snelheid (cm/s), drukgradiënt, verstreken tijd,
+/x-verhouding, weerstandsindex (RI) en
acceleratie. U kunt een trace ook handmatig of
automatisch uitvoeren.
Hoofdstuk 4: Metingen en berekeningen
(Selecteren) om de
op pagina 53.
(Selecteren).
op pagina 53. Als u
55