M Modebeeldvorming
Motion-mode (Motion-modus, M Mode) valt
onder 2D. De modus biedt een trace van het
2D-beeld die in de loop van de tijd wordt
weergegeven. Een afzonderlijke ultrasoonbundel
wordt uitgezonden en de gereflecteerde signalen
worden als stippen met verschillende
intensiteiten weergegeven, waardoor er lijnen op
het scherm worden gemaakt.
De M-lijn weergeven
1 Druk op de toets
M MODE
Opmerking: Controleer of het beeld niet is
stilgezet als de M-lijn niet verschijnt.
2 Gebruik de touchpad om de M-lijn naar wens
te plaatsen.
3 Stel de opties zoals gewenst in.
Veel opties voor optimalisatie en diepte die
beschikbaar zijn voor 2D-beeldvorming, zijn
ook beschikbaar voor M Modebeeldvorming.
Raadpleeg
"2D-opties"
M Modetrace weergegeven
1 Geef de M-lijn weer.
2 Pas de diepte indien nodig aan. (Raadpleeg
"Diepte aanpassen"
3 Druk op de toets
M MODE
De tijdschaal boven de trace heeft kleine
markeringen bij intervallen van 200 ms en
grote markeringen bij intervallen van 1
seconde.
4 Voer indien nodig een van de volgende
opties uit:
• Selecteer de doorloopsnelheid
[Langzaam], Med [Gemiddeld] of Fast
[Snel]).
• Druk op de toets
te wisselen tussen de M-lijn en de M
Modetrace.
(M Mode).
op pagina 27.
op pagina 37.)
(M Mode).
(Slow
(Bijwerken) om
UPDATE
• Als u een duplexindeling gebruikt, drukt
u op de toets
M MODE
wisselen tussen de M-lijn in volledig
scherm en de duplexindeling.
Raadpleeg
"Instellingen voor presets"
pagina 24 voor het instellen van een
duplexindeling.
CPD- en kleur-Doppler-beeldvorming
Color power Doppler (Kleur power-Doppler,
CPD) en kleur-Doppler (kleur-doppler) zijn
optionele functies.
CPD wordt gebruikt om de aanwezigheid van de
waarneembare bloedstroom weer te geven. Kleur
wordt gebruikt om de aanwezigheid, snelheid en
richting van de bloedstroom weer te geven in een
breed scala aan flowstatussen.
CPD- of kleurenbeeld weergeven
1 Druk op de toets
COLOR
Er wordt een ROI-vak weergegeven in het
midden van het 2D-beeld.
2 Selecteer CPD of Color (Kleur).
De huidige selectie wordt ook links boven in
het scherm weergegeven.
De kleurenindicatorbalk links boven in het
scherm geeft de snelheid in cm/s alleen in de
kleurenbeeldvormingsmodus weer.
3 Gebruik de touchpad om de positie of de
grootte van het ROI-vak naar wens aan te
passen. Druk op de toets
om te wisselen tussen positie en grootte.
De wijziging wordt met een groen kader
aangegeven als u de positie of grootte van het
ROI-vak aanpast. De indicator van het
ROI-vak op het linkerscherm geeft aan welke
touchpadfunctie actief is.
4 Stel de opties zoals gewenst in. Raadpleeg
ʹOpties voor CPD en kleur.ʹ
Hoofdstuk 3: Beeldvorming
(M Mode) om te
op
(Kleur).
(Selecteren)
SELECT
33