7 | Machine gebruiken
Markeurs gebruiken
4. Grondbewerkingsmachine neerlaten.
7.3 Markeurs gebruiken
Voor de markeur op een obstakel treft,
1.
markeur optillen.
2. Na het passeren van het obstakel de markeur
laten zakken.
Het optillen van de markeur schakelt de
rijpadenteller.
Om de positie van de rijpadenteller te
3.
corrigeren,
tractorregeleenheid "geel" zo vaak bedienen tot
de rijpadenteller het juiste rijpad herkent.
7.4 Ingestelde werkdiepte controleren
Als de ingestelde werkdiepte groter is dan de
tandlengte, werken de werktuigdragers permanent in
de grond.
BELANGRIJK
De werktuigdragers verslijten bij langdurig
werk in de grond.
Vervang de tanden voor de minimumlengte
bereikt is.
Om slijtage van de werktuigdrager te
verhinderen,
de ingestelde werkdiepte na een korte rit
controleren.
78
MG6878-NL-II | K.1 | 14.12.2023 | © AMAZONE
CMS-I-00003476
CMS-T-00004635-A.1
CMS-T-00004568-A.1