6.5 Machine aankoppelen
6.5.1 Tractor naar de machine rijden
Tussen tractor en machine moet voldoende plaats
blijven om de toevoerleidingen zonder hindernissen
aan te koppelen.
Tractor op voldoende afstand naar de machine
rijden.
6.5.2 3-puntsaanbouwframe aankoppelen
1. De tractortrekstangen 1 op gelijke hoogte
instellen.
2. Trekstangen 1 koppelen vanaf de
bestuurdersstoel.
3. Topstang 2 koppelen.
4. Controleren of de vanghaken van de topstang 3
en de trekstang 4 correct vergrendeld zijn.
6.5.3 Hydraulische slangen aansluiten
Alle hydraulische slangen zijn uitgerust met
handgrepen. De handgrepen hebben gekleurde
markeringen met een getal of een letter als
code. Aan de markeringen zijn de verschillende
hydraulische functies van de drukleiding van een
tractorregeleenheid toegewezen. Bij de markeringen
is folie op de machine gekleefd, die de
desbetreffende hydraulische functies verduidelijken.
Afhankelijk van de hydraulische functie wordt de
tractorregeleenheid in verschillende bedrijfsmodi
gebruikt:
MG6878-NL-II | K.1 | 14.12.2023 | © AMAZONE
6 | Machine voorbereiden
Machine aankoppelen
2
3
1
4
CMS-T-00004613-F.1
CMS-T-00005794-D.1
CMS-I-00004045
CMS-T-00001400-G.1
CMS-I-00001225
CMS-T-00006106-E.1
CMS-I-00000121
53