spraakopdrachten
"Set Vibrate"
"Set Silent"
Tip:
Druk op de spraaktoets aan de zijkant van
de telefoon om de lijst met spraakopdrachten weer
te geven.
VoiceDial
Als uw telefoontaal is ingesteld op Nederlands, kunt
u VoiceDial gebruiken om een telefoonboekcontact te
bellen (zie pagina 79). Een VoiceDial-naam opnemen:
s
> Contacten, blader naar een contact en druk op Opties
> Bewerk contact > VoiceDial-naam. Spreek de naam uit na de
toon en druk op Ja om de naam op te slaan.
Opmerking:
U kunt alleen VoiceDial-namen opslaan
voor contacten die zijn opgeslagen in het
telefoongeheugen.
Om een telefoonboekcontact met VoiceDial te bellen,
drukt u op de spraaktoets totdat u gevraagd wordt om
een VoiceDial-naam uit te spreken. Spreek de naam uit.
Het contact wordt gebeld als de naam herkend wordt.
Opmerking:
Als u de telefoontaal instelt op Engels,
kunt u spraakopdrachten gebruiken om contacten te
bellen. Zie pagina 32.
Talking phone
U kunt uw telefoon zodanig instellen dat de gegevens
over de beller-ID, de namen van menufuncties en
personen in uw lijst met contacten en ontvangen
berichten worden voorgelezen en dat er audiofeedback
voor andere functies wordt gegeven. Voor deze
functie moet de telefoontaal zijn ingesteld op Engels
(zie pagina 79).
s
u
Druk op:
>
Settings > Phone Settings > Talking Phone
Basisfuncties
31