OM DE 50 WERKUREN (Wekelijks)
Stuurverbinding
– Smeren
1
Afb. 17 Rechterzijde van de stuurverbinding
1. Smeernippels
Stuurcilinder – Smeren
1
Afb. 18 Linkerzijde van de
stuurverbinding
1. Smeernippels
Draaicilinder (Accessoire)
– Smeren
1
Afb. 19 Draaicilinder
1. Smeernippels
16
1
Draai aan het stuur zodat u een volledige stuuruitslag
naar links krijgt en allevier de smeernippels (1) bereik-
baar zijn van de rechterkant van de machine.
Droog de smeernippels (1) af. Smeer elke nippel met
vijfmaal pompen met de handsmeerspuit. Controleer of
het vet door de lagers dringt. Als het vet niet door de
lagers dringt, kan het nodig zijn om de knikbesturing te
ontlasten met een dommekracht en tegelijkertijd de
smering te herhalen.
Draai de machine terug in de stand voor rechtdoor
rijden, de beide smeernippels van de regelcilinders zijn
nu bereikbaar van de linkerkant van de machine.
Droog de nippels af en smeer elke nippel (1) met
driemaal pompen met de handsmeerspuit.
Draai de machine terug in de stand voor rechtdoor
rijden, de beide smeernippels (1) van de regelcilinders
zijn nu bereikbaar van de rechterkant van de machine.
1
Droog de nippels af en smeer op dezelfde manier als
voor de stuurcilinder hierboven.
CC 422/HF/422C/CHF - CC 432 - CC 522/HF/522C/CHF M422NL5
Zet de wals op een vlakke ondergrond.
Tenzij iets anders wordt vermeld, moet
tijdens het controleren en instellen van de
wals altijd de motor uitgeschakeld zijn en
moet de reserve/parkeerremknop inge-
schakeld zijn.
Wanneer de motor draait, mag niemand
zich niet in de buurt van de stuurverbin-
ding bevinden. Anders bestaat het risico
dat men beklemd raakt wanneer de bestu-
ring bediend wordt. Schakel voor het
smeren de reserve-/parkeerremknop in.
Wanneer de motor draait, mag niemand
zich niet in de buurt van de achterste wals
bevinden, want anders kan men beklemd
raken wanneer de wals bediend wordt.