3
PRINCIPIËLE
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Bij deze veiligheidsaanwijzingen is geen rekening gehouden met
incidenten en gebeurtenissen die bij montage, bediening en
onderhoud optreden.
De exploitant is er verantwoordelijk voor dat de lokale veilig-
heidsvoorschriften, ook met betrekking tot het personeel, in acht
worden genomen.
Gevaar voor letsel door hoge druk in installatie/apparaat.
▶ Voor werkzaamheden aan installatie of apparaat de druk
uitschakelen en leidingen ontluchten/aftappen.
Gevaar door elektrische spanning.
▶ Vóór ingrepen in het apparaat of de installatie de spanning
uitschakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
▶ Neem de geldende ongevalpreventie- en veiligheidsvoor-
schriften voor elektrische apparaten in acht.
Algemene gevaarlijke situaties.
Om letsel te voorkomen, dient u op het volgende te letten:
▶ Zorg ervoor dat de installatie niet onbedoeld kan worden
bediend.
▶ Het apparaat alleen in correcte toestand en met inachtne-
ming van de bedieningshandleiding gebruiken.
▶ Installatie- en instandhoudingswerkzaamheden mogen alleen
door geautoriseerd vakpersoneel met geschikt gereedschap
worden uitgevoerd.
6
▶ Na een onderbreking van de elektrische en pneumatische
voorziening moet een gedefiniee de of gecontroleerde her-
start van het proces worden gegarandeerd.
▶ Voor de planning van het gebruik en voor de bediening van
het apparaat moeten de algemene regels van de techniek in
acht worden genomen.
Om materiële schade aan het apparaat te voorkomen dient u
op het volgende te letten:
▶ Bij het eraf en erin schroeven van de huismantel (met trans-
parante kap) niet tegenhouden aan de aandrijving maar aan
het elektrische basishuis van het type 8692/8693.
▶ In de stuurluchtaansluiting geen agressieve of brandbare
media en geen vloeistoffen oevoeren.
▶ Huis niet mechanisch belasten (bijv. door het neerleggen van
voorwerpen of als opstapje).
▶ Geen uitwendige wijzigingen aan de behuizingen van de
apparaten aanbrengen. Huis en schroeven niet verven.
LET OP
Componenten/bouwgroepen met elektrostatisch gevaar.
Het apparaat bevat elektronische componenten die gevoelig
reageren op elektrostatische ontlading (ESD). Door contact met
elektrostatisch opgeladen personen of voorwerpen lopen deze
componenten gevaar. In het ergste geval worden ze direct
onherstelbaar beschadigd en vallen na de ingebruikname uit.
▶ Neem de eisen van DIN EN 61340-5-1 in acht om de kans op
schade door plotselinge elektrostatische ontlading zo klein
mogelijk te houden resp. te voorkomen.
▶ Elektronische componenten niet aanraken als er bedrijfsspan-
ning op staat.
Nederlands
Type 8692, 8693 REV.2
Principiële veiligheidsaanwijzingen