1
Fig. Indicator
1. Knop
1
Fig. Luchtfilter
1. Backupfilter
Veeg beide kanten van de uitlaatpijp
schoon.
Binnenrand van
Buitenrand van
uitlaatpijp.
uitlaatpijp.
68
Luchtfilterindicator - Opnieuw instellen
De luchtfilterindicator bevindt zich op of in de buurt
van het filter.
De luchtfilterindicator moet na het vervangen van het
luchtfilter opnieuw worden ingesteld.
Druk op de knop (1) boven op de indicator om deze
opnieuw in te stellen.
Backupfilter - Vervangen
Vervang na maximaal drie vervangingsbeurten van het
hoofdfilter het veiligheidsfilter.
Om het veiligheidsfilter (1) te vervangen, moet u het
oude filter uit zijn houder trekken, een nieuw filter
monteren en luchtreiniger in omgekeerde volgorde
monteren.
Reinig indien nodig het luchtfilter; zie het gedeelte
Luchtfilter - Reinigen.
Luchtfilter
- Reinigen
Veeg de binnenkant van de kap (2) en het filterhuis (5)
schoon. Zie de vorige illustratie.
Veeg ook beide oppervlakken van de uitlaatpijp
schoon; zie afbeelding hiernaast.
Controleer of de slangklemmen tussen het
Controleer of de slangklemmen tussen het
filterhuis en de inlaatslang aangehaald zijn en of
filterhuis en de inlaatslang aangehaald zijn en of
de slangen heel zijn. Controleer het hele
de slangen heel zijn. Controleer het hele
slangsysteem tot aan de motor.
slangsysteem tot aan de motor.
ICC102-2NL2.pdf
Onderhoud - 50u
2010-06-04