De interlockschakelaars
controleren
De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan of starten
van de motor alleen mogelijk te maken als het tractiepedaal in
de neutraalstand is, de activerings-/blokkeringsschakelaar op
Blokkeren is gezet en de maai-/hefhendel in de neutraalstand
staat. Daarnaast wordt de motor uitgeschakeld als het
tractiepedaal wordt ingetrapt terwijl de bestuurder niet op de
stoel zit of de parkeerrem in werking is gesteld.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Controle of de interlockschakelaars
functioneren
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Draai het contactsleuteltje op Aan, maar start de motor
niet.
3. Zoek de juiste schakelaarfunctie in het diagnostisch
systeem van het InfoCenter.
4. Zet de schakelaars een voor een van open naar gesloten
(d.w.z. ga op de stoel zitten, druk het tractiepedaal
in, enz.) en controleer of de status van de schakelaar
verandert. Herhaal deze procedure bij elke schakelaar
die met de hand van de open in de gesloten stand kan
worden gezet.
5. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat de
bijbehorende indicator verandert, moet u alle kabels
en aansluitingen naar de schakelaar controleren en/of
de schakelaar doormeten met een weerstandsmeter.
Vervang schakelaars die niet goed werken en repareer
beschadigde of versleten kabels.
Opmerking: Het InfoCenter kan ook nagaan welke
solenoïdes of relais van de outputs zijn ingeschakeld. Dit is
een snelle manier om vast stellen of het om een storing in het
elektrische of het hydraulische systeem van de machine gaat.
Controle van de outputfunctie
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Draai het contactsleuteltje op Aan en start de machine.
3. Zoek de juiste outputfunctie in het diagnostisch
systeem van het InfoCenter.
4. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste
functie van de machine. Als de status van de juiste
outputs verandert, duidt dit erop dat de ECM die
functie inschakelt.
Opmerking: Als de juiste outputs niet branden, moet u
controleren of de vereiste inputschakelaars in de stand zijn
gezet die nodig is om deze functie in te schakelen. Controleer
of de schakelaar correct functioneert.
Als de outputdisplays branden zoals is gespecificeerd, maar de
machine niet naar behoren werkt, duidt dit op een defect dat
niet van elektrische aard is. Voer de nodige herstellingen uit.
Functies van de hydraulische
solenoïdeklep
Raadpleeg onderstaande lijst voor een beschrijving van de
verschillende functies van de solenoïdes in het verdeelstuk
van het hydraulische systeem. Elke solenoïde moet worden
geactiveerd om een functie in te schakelen.
Solenoïde
MSV2
Circuit van voorste messenkooi
MSV1
Circuit van achterste messenkooi
SVRV
Maaidekken omhoog/omlaag brengen
SV1
Voormaaidek omhoog/omlaag brengen
SV3
Achtermaaidek omhoog/omlaag brengen
SV2
Maaidekken omhoog brengen
Tips voor bediening en gebruik
Vertrouwd raken met de machine
Voordat u gaat maaien, moet u zich op een open terrein
oefenen in het gebruik van de machine. Start en stop
de motor. Rij de machine vooruit en achteruit. Laat de
maaidekken neer en hef ze op en schakel de messenkooien
in en uit. Als u zich vertrouwd voelt met de machine, moet
u zich oefenen in het helling opwaarts en afwaarts rijden bij
verschillende snelheden.
Het waarschuwingssysteem begrijpen
Als een waarschuwingslampje tijdens het gebruik gaat
branden, moet u de machine onmiddellijk stoppen en het
probleem verhelpen voordat u verder gaat met maaien. Een
machine met een defect kan ernstige schade oplopen als deze
wordt gebruikt.
Maaien Gras
Start de motor en zet de gashendel op Snel. Zet de
activerings/blokkeringsschakelaar op Activeren en gebruik de
maai-/hefhendel om de maaidekken omhoog en omlaag te
35
Functie