defect raken als er te veel of te weinig olie in het
carter is.
6. Plaats de vuldop en sluit de motorkap.
Het koelsysteem controleren
Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur, de oliekoeler
en de voorkant van de radiateur. Vaker reinigen bij extreem
stoffige en vuile omstandigheden. Zie
het koelsysteem (bladz.
47).
Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50
verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries.
Controleer elke dag vóór het starten van de motor het
koelvloeistofpeil in de expansietank. De inhoud van het
koelsysteem van modellen 5410 en 5510 is 6,6 liter; die van
model 5610 is 9,5 liter.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiateurdop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
1. Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank
(Figuur
29).
Het koelvloeistofpeil behoort tussen de markeringen
op de zijkant van de tank te staan.
1. Expansietank
Vuil verwijderen uit
Figuur 29
2. Als het koelvloeistofpeil te laag staat, verwijdert u de
dop van de expansietank en vult u het systeem bij. Vul
de brandstoftank niet te vol.
3. Plaats de dop van de expansietank terug.
Brandstof bijvullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of
biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15 ppm)
zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop
brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen
worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft.
Inhoud brandstoftank: 53 liter
Gebruik zomerdieselbrandstof (Nr. 2-D) bij temperaturen
boven -7 °C en winterdieselbrandstof (Nr 1-D of Nr.
1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen beneden -7 °C. Gebruik
van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt een
lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het
starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Het gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal bijdragen aan een langere levensduur van de
pomp en meer vermogen dan winterdieselbrandstof.
Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine in plaats
van dieselbrandstof. Als u deze waarschuwing niet in
acht neemt, kan dit leiden tot beschadiging van de
motor.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot
ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp
en de opening van een tank of een blik met
conditioner.
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en huid.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel
tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Het deel
petrodiesel moet een laag of ultralaag zwavelgehalte hebben.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
•
Het deel biodiesel van de brandstof moet voldoen aan de
specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet voldoen aan ASTM D975 of
EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd door
biodiesel.
•
Gebruik bij koud weer B5 (biodieselinhoud 5%) of
mengsels met een lager percentage.
27