1. Aanhanger
2. Volledige oprijplaat
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden bewogen
door de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp te
openen en de machine te duwen of te slepen.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3–4,8
km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie
kan worden beschadigd. De omloopklep moet open zijn
als de machine wordt geduwd of gesleept.
1. De omloopklep bevindt zich links van de hydrostaat
(Figuur
39). Draai de omloopklep 1–1/2 slag om deze
te openen en de olie inwendig om te laten leiden.
Opmerking: Omdat de vloeistof wordt omgeleid,
kan de machine worden voortbewogen zonder dat de
transmissie wordt beschadigd.
Figuur 38
3. Niet groter dan 15 graden
4. Volledige oprijplaat –
zijaanzicht
1. Omloopklep
2. Sluit de omloopklep voordat u de motor start. Sluit de
klep met een torsie van maximaal 7-11 Nm.
Belangrijk: Als u de motor laat lopen met
een geopende omloopklep, zal de transmissie
oververhit raken.
Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat aangeeft
dat het elektronische besturingssysteem een elektrische
storing registreert. Het diagnoselampje bevindt zich op de
bedieningsarm
(Figuur
werkt en het contactsleuteltje naar de stand Aan/lopen wordt
gedraaid, zal het diagnoselampje kort branden om te tonen
dat het werkt. Als een machinestoring wordt weergegeven,
gaat het lampje branden als er een mededeling is. Als een
foutmelding wordt weergegeven, knippert het lampje tot de
storing is opgelost..
1
1. Diagnoselampje
34
Figuur 39
40). Als de machine naar behoren
g021272
Figuur 40