Werking
1. Kantelstang
2. Trimstangen
4.
Gebruik de kantelsteunhendel om de
motor in de opwaartse stand te vergren-
delen. Activeer de neerkantelschakelaar
eventjes om ervoor te zorgen dat de
motor wordt ondersteund door de kan-
telsteunhendel.
1. Kantelsteunhendel
1. Kantelsteunhendel
49
5.
Controleer of de kantelstang en de trim-
stangen geen sporen van roest of ande-
re gebreken vertonen.
6.
Activeer de neerkantelschakelaar tot de
trimstangen zich helemaal hebben te-
ruggetrokken in de cilinders.
1
7.
Bedien de omhoogtrimschakelaar tot de
ZMU06017
kantelstang volledig uitgeschoven is.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
ZMU03452
ZMU02635