ondervraging, observatie of inzien van andere beschikbare informatie dat er sprake is
van:
•
Zichtbare aangeboren of traumatische misvorming van het oor.
•
Geschiedenis van actieve drainage van het oor de afgelopen 90 dagen.
•
Plotseling of sterk progressief gehoorverlies in de afgelopen 90 dagen.
•
Acute of chronische duizeligheid.
•
Eenzijdig gehoorverlies dat plotseling of in de laatste 90 dagen is ontstaan.
•
Audiometrisch air-bone gap gelijk aan of groter dan 15 dB bij 500 Hertz (Hz), 1000 Hz
en 2000 Hz.
•
Zichtbaar bewijs van aanzienlijke ophoping van oorsmeer of een vreemd object in de
gehoorgang.
•
Pijn of onaangenaam gevoel in het oor.
Bijwerkingen
Als u bijwerkingen ervaart, neemt u dan contact op met uw hoorspecialist. Mogelijke
bijwerkingen van het dragen van een hoortoestel zijn:
•
Duizeligheid
•
Tinnitus
•
Duidelijke verergering van het gehoorverlies
•
Misselijkheid
•
Huidreactie
•
Ophoping van oorsmeer
6
Inleiding