A P P A R A A T S T A T U S L A M P J E S
Gaat branden als u de computer aanzet en knippert als de computer zich
in een energiebeheermodus bevindt.
Gaat branden wanneer de computer gegevens leest of wegschrijft.
KENNISGEVING:
de computer uitzetten wanneer het lampje
Gaat aanhoudend branden of knipperen om de status van de
batterijlading aan te geven.
Gaat branden wanneer er draadloze apparaten zijn geactiveerd.
Gaat branden wanneer draadloze Bluetooth
ingeschakeld. Om de draadloze Bluetooth-technologie te activeren of
deactiveren kunt u de draadloze schakelaar in de positie "aan" of "uit"
zettens (zie "draadloze schakelaar" op pagina 27 voor meer informatie).
Als de computer is aangesloten op een stopcontact, werkt het lampje
– Ononderbroken blauw: De batterij wordt opgeladen.
– Knipperend blauw: De batterij is bijna volledig opgeladen.
– Uit: de batterij is voldoende opgeladen (of er is geen externe stroomvoorziening
beschikbaar om de batterij op te laden).
Als de computer door een batterij wordt gevoed, zal het lampje
– Uit: De batterij is voldoende opgeladen (of de computer staat uit).
– Knipperend oranje: De batterij begint leeg te raken.
– Ononderbroken oranje: De batterij is vrijwel geheel leeg.
Als u gegevensverlies wilt voorkomen, mag u nooit
knippert
®
-technologie wordt
als volgt werken:
Over de computer
als volgt:
21