Bijlage
Overzicht
N.B.
Het besturingssysteem is in staat om automatisch de meeste opties te
configureren die in het systeemsetupprogramma beschikbaar zijn. De opties die u
hebt ingesteld met behulp van het systeemsetupprogramma zullen daardoor
worden overschreven. (Een uitzondering is de optie Fn Key Emulation die u kunt
activeren of deactiveren via het systeemsetupprogramma.) Raadpleeg voor meer
informatie over het configureren van functies voor uw besturingssysteem het Help
and Support Center (zie "Microsoft Windows XP en Windows Vista Help en
ondersteuning" op pagina 17).
U kunt het systeemsetupprogramma als volgt gebruiken:
•
Voor het instellen of wijzigen van door de gebruiker selecteerbare
functies — bijvoorbeeld het wachtwoord van uw computer
•
Voor het controleren van de huidige configuratie van de computer, zoals de
hoeveelheid systeemgeheugen
Nadat u de computer hebt ingesteld, moet u het systeemsetupprogramma
uitvoeren om vertrouwd te raken met de systeemconfiguratiegegevens en
optionele instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor
toekomstig gebruik.
De vensters van het systeemsetupprogramma geven informatie over de
huidige setup-informatie en computerinstellingen weer, zoals:
•
De systeemconfiguratie
•
De opstartvolgorde
•
Opstartconfiguratie
•
Basisconfiguratieinstellingen voor apparaten
•
Systeembeveiligingsinstellingen
KENNISGEVING:
zeer ervaren computergebruiker bent of u daarom wordt gevraagd door een
medewerker van de technische ondersteuning van Dell. Bepaalde wijzigingen
kunnen ertoe leiden dat uw computer niet meer op juiste wijze werkt.
U mag de systeemsetupinstellingen alleen wijzigen als u een
183
Bijlage