11. LOGGEN
De HI98713 kan 200 metingen opslaan. Elke meting die wordt opgeslagen is voorzien van datum,
tijd en eventueel i-buttoninformatie. Op deze manier is elke meting uniek en kan deze makkelijk
teruggevonden worden op een computer die voorzien is van de pc-applicatie HI92000.
Logfunctie
De logfunctie wordt pas actief als er een geldige meting gedaan is.
Om een meting op te slaan, druk op LOG/CFM als het
meetresultaat wordt getoond. Het instrument vraagt
ook READ TAG voor identificatie van de meting. Tevens
wordt de meting getoond en opgeslagen.
Om de ID-code voor de iButton tag te lezen, hoeft
men alleen maar de tag aan te raken met de meter
(achterkant van de ibutton). Om op te slaan, maar
geen iButton te gebruiken, druk nogmaals op LOG/
CFM om de meting zonder ID tag op te slaan.
Als de tag succesvol is, zal het instrument 1 keer
piepen, een unieke hexadecimale code van de tag
laten zien en de data opslaan. Nadat de data is
opgeslagen, gaat het instrument automatisch weer
naar de meetmodus.
Als de tag niet binnen 20 seconden gelezen
è
is, wordt de logprocedure automatisch
afgebroken. Een meting kan slechts een
maal worden opgeslagen. Bovendien is het
mogelijk om een 'overrange' meting op te
slaan.
27