10. ONDERHOUD EN REINIGING
Bij de normale werking vereist de elektropomp geen enkel on-
derhoud. De elektropomp mag uitsluitend worden gedemon-
WHHUG GRRU JHVSHFLDOLVHHUG HQ JHN DOL¿FHHUG SHUVRQHHO GDW
YROGRHW DDQ GH HLVHQ GLH
RUGHQ JHVWHOG GRRU GH VSHFL¿HNH QRU-
men op dit gebied. In ieder geval mogen alle reparaties en on-
derhoudswerkzaamheden pas worden uitgevoerd nadat de pomp
is afgekoppeld van het voedingsnet.
Verzeker u er bij het starten van de pomp altijd van dat het aan-
]XLJ¿OWHU JHPRQWHHUG LV ]RGDW HU JHHQ JHYDDU RI PRJHOLMNKHLG EH-
staat van toevallige aanraking van de bewegende onderdelen
Als de elektropomp gebruikt is met stoffen die de neiging hebben
zich af te zetten, moet hij na het gebruik worden afgespoeld met
een krachtige straal water.
10.1 Reiniging van het aanzuigrooster
'H HOHNWULVFKH YRHGLQJ YDQ GH SRPS XLWVFKDNHOHQ
'H SRPS DIWDSSHQ
2S PRGHOOHQ DDU GH EHYHVWLJLQJVVFKURHI DDQ H]LJ LV GH]H
ORVVFKURHYHQ RS KHW ¿OWHU $IE
HW DDQ]XLJURRVWHU ORVPDNHQ GRRU HHQ VFKURHYHQGUDDLHU
tussen de pompmantel en het aanzuigrooster te steken en
hem laten draaien (Afb.10).
HW DDQ]XLJURRVWHU YHU LMGHUHQ $IE
HW DDQ]XLJURRVWHU UHLQLJHQ HQ HHU WHUXJSODDWVHQ
Afbeelding 9
Afbeelding 11
NL
NEDERLANDS
Afbeelding 10
75