Wanneer [Use] is geselecteerd, verschijnt [Advanced].
Raadpleeg "De herhaalfrequentie en het aantal pogingen
configureren" (pagina 82) voor meer informatie over de
instellingen.
Communicatie met de C-Store-server
bevestigen
Bevestig of de communicatie met de C-Store-server tot
stand is gekomen.
1
Nadat u de diverse instellingen hebt geconfigureerd
op het tabblad [C-Store], selecteert u [Confirm] voor
[C-Store] en drukt u op de knop ENTER.
De communicatie wordt bevestigd. Tijdens het
bevestigen verschijnt een indicator.
Het resultaat van de bevestigingen verschijnt
wanneer het proces is voltooid.
2
Selecteer [OK] en druk op de knop ENTER.
Tip
Als correcte communicatie met de C-Store-server niet tot
stand is gekomen, raadpleeg dan de oorzaak die op het
scherm wordt weergegeven en verhelp het probleem.
Tabblad [Local Station 1]
[AE Title], [Station Name]
U kunt maximaal 16 tekens invoeren.
[Facility Name]
U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
[Facility Address]
U kunt maximaal 128 tekens invoeren.
Tabblad [Local Station 2]
Configureer lokale stationsinstellingen.
[SOP Class UID]
Selecteer [SC] of [VL] als SOP-klasse-UID.
De standaardinstelling is [SC].
[Character Set]
Selecteer de tekenset.
U kunt kiezen uit [IR6], [IR13], [IR100] en [IR101].
De standaardinstelling is [IR6].
83