Patiëntgegevens bewerken
U kunt de id, de naam en andere patiëntgegevens
bewerken die zijn toegevoegd aan opgenomen gegevens
en die nog niet zijn geconfigureerd.
Opmerkingen
• Wanneer [Change Patient Info.] is ingesteld op [Not
Used] in het venster [System Admin Settings] – venster
[Function Settings] – tabblad [Patient Info.], kunt u
alleen patiëntinformatie bewerken die nog niet is
ingevoerd. Patiëntinformatie die is ingevoerd door een
gebruiker, kan niet worden bewerkt.
• Patiëntgegevens uit MWL kunnen niet worden
bewerkt.
1
Geef het venster [Recording List] weer en selecteer
het bedieningsvak en druk op de knop ENTER.
Het venster [Operation] verschijnt.
2
Selecteer [Change] en druk op de knop ENTER.
Het venster [Recording List] verschijnt opnieuw.
3
Selecteer het selectievakje van de opgenomen
gegevens waarvan u de patiëntgegevens wilt
bewerken.
Tip
U kunt patiëntgegevens slechts voor één
gegevensopname tegelijkertijd bewerken. Als er
meerdere gegevensopnamen zijn geselecteerd, kunt u
geen patiëntgegevens bewerken.
4
Selecteer [Execute] en druk op de knop ENTER.
Het venster [Change] verschijnt.
5
Bewerk de gewenste onderdelen, selecteer [Change]
en druk op de knop ENTER.
Raadpleeg "Instellingen voor patiëntgegevens en
gegevensopslag" (pagina 47) voor meer informatie
over de diverse instellingen.
De patiëntgegevens worden gewijzigd en het venster
[Recording List] verschijnt opnieuw.
Opgenomen gegevens beveiligen
U kunt gegevens beveiligen tegen onbedoeld
verwijderen.
Opgenomen gegevens kunnen worden beveiligd of de
beveiliging kan worden opgeheven vanuit het venster
[Recording List].
Gegevens selecteren om te beveiligen
vanuit het venster [Recording List]
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opgenomen
gegevens selecteert om te beveiligen in het venster
[Recording List]. Zowel video's als stilstaande beelden
worden beveiligd met deze procedure.
1
Geef het venster [Recording List] weer en selecteer
het bedieningsvak en druk op de knop ENTER.
Raadpleeg "Beelden zoeken" (pagina 56) voor meer
informatie over het weergeven van het venster
[Recording List].
Het venster [Operation] verschijnt.
2
Selecteer [Protect] en druk op de knop ENTER.
Het venster [Recording List] verschijnt opnieuw.
3
Selecteer de selectievakjes voor de opgenomen
gegevens die u wilt beveiligen.
4
Selecteer [Execute] en druk op de knop ENTER.
De opgenomen gegevens worden beveiligd en het
pictogram
verschijnt.
Het pictogram
opgenomen gegevens die zijn beveiligd.
Beveiliging opheffen
Selecteer [UnProtect] in stap 2 van de vorige procedure
en druk op de knop ENTER. Voer de rest van de
procedure uit zoals is weergegeven.
Opgenomen gegevens verwijderen
U kunt opgenomen gegevens verwijderen van bepaalde
chirurgische ingrepen of onderzoeken die zijn opgeslagen
op de interne vaste schijf van de eenheid.
61
verschijnt voor