3 - VERVOER EN PLAATSING
3.1 - Vervoer
Voor het lossen van de machine wordt aanbevolen dit te laten
doen door een gespecialiseerd takelbedrijf.
Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot
de unit op zijn definitieve plaats staat.
Deze units kunnen veilig worden verplaatst met een vorkheftruck,
die geschikt is voor de afmetingen en de massa van het apparaat,
waarvan de lepels worden geplaatst op de plaats en in de richting
die op de unit zijn aangegeven.
De units kunnen ook worden opgetakeld met singels. Gebruik
uitsluitend de aangewezen hijspunten die op de unit zijn
aangegeven (stickers op het chassis en sticker met de
verplaatsingsvoorschriften van de unit die op de unit is geplakt).
Gebruik singels met de juiste capaciteit en houd u aan de
hijsinstructies die op de officiële tekeningen staan.
BELANGRIJK: Maak de singels alleen vast aan de daarvoor
bestemde op de unit aangeven plaatsen.
Geadviseerd wordt de batterijen te beschermen tegen botsingen.
Gebruik afstandhouders of een juk om de singels boven de unit
te spreiden. Kantel de unit niet meer dan 15°.
De veiligheid kan alleen worden gegarandeerd als deze
aanwijzingen zorgvuldig worden opgevolgd. Als dit niet het geval
is, bestaat het risico op schade aan de apparatuur en op
persoonlijk letsel.
3.2 - Plaatsing
De machine moet worden geïnstalleerd op een plaats die niet
toegankelijk is voor het publiek of die beveiligd is tegen toegang
door onbevoegden.
De machine is bedoeld voor gebruik buiten de gebouwen.
Voor meer informatie over de verschillende installatiemogelijkheden
verwijzen we naar de installatiegids voor A2L koudemiddelen.
Als de unit moet worden geïnstalleerd op een hoge plaats, zorg
er dan voor dat de machine goed toegankelijk is voor
onderhoudswerkzaamheden.
Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en
de gewichtsverdeling de officiële maatschetsen. Houd u aan de
op de officiële maatschetsen aangegeven vrije ruimtes voor het
kunnen uitvoeren van onderhoud en het maken van de
aansluitingen.
1090
Deze units worden normaliter toegepast voor verwarming of
koeling, waarvoor geen aardbevingsbestendigheid is vereist.
Bestendigheid tegen aardbevingen is niet geverifieerd.
Controleer de volgende punten vóór het plaatsen van de unit:
■ Dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van
de unit te dragen.
■ De unit moet op een vlakke horizontale vloer worden
geïnstalleerd (maximum tolerantie is 5 mm langs beide assen).
■ Als de vloerconstructie gevoelig is voor trillingen en/of voor
geluidsoverdracht, wordt geadviseerd om trillingdempers
(elastomeer steunen of metalen veren) aan te brengen tussen
de unit en de constructie. De keuze van deze voorzieningen is
afhankelijk van de systeemkenmerken en het gevraagde
co m fo r tn i ve a u e n m o e t wo r d e n g e m a a kt do or een
gekwalificeerde ontwerpingenieur.
■ Er voldoende ruimte boven en rondom de unit is voor de lucht
om te circuleren en om bij de componenten te kunnen komen
(zie de maatschetsen).
■ Er zijn voldoende steunpunten die zich op de juiste plaatsen
bevinden.
■ De locatie kan niet onder water komen te staan.
■ Wind kan de werking en prestaties van machines beïnvloeden.
■ De unit niet installeren op een plaats waar sneeuwophopingen
kunnen ontstaan (in gebieden met lange perioden beneden
0°C de unit op een verhoging installeren, zie afbeelding
hiernaast).
■ Het apparaat moet op een ondergrond worden geplaatst die
geschikt is voor de afvoer van water dat vrijkomt tijdens het
ontdooien van omkeerbare apparaten. Als er nog water op de
vloer is bij een negatieve temperatuur, kan het aanvriezen en
valpartijen veroorzaken.
■ Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen van windbaffles
uitkomst brengen. Deze mogen de ingaande luchtstroming naar
de unit niet belemmeren.
BELANGRIJK: Controleer voor het ophijsen van de unit, of
alle panelen van de omkasting en roosters goed op hun plaats
zijn vastgemaakt. De eenheid moet voorzichtig worden
gehesen en rustig worden neergezet. Door kantelen of stoten
kan de unit beschadigen en minder goed werken.
Oefen nooit druk of spanning uit op de panelen of staanders
van de unit. Alleen de onderkant van het frame van de unit is
ontworpen om dergelijke spanningen te weerstaan. Zet geen
kracht op onderdelen die onder druk staan, met name via de
leidingen die zijn aangesloten op de waterwarmtewisselaar
(zonder of met hydromodule indien aanwezig). De leidingen
van de hydromodule moeten zo worden gemonteerd dat de
pomp niet het gewicht van de leidingen draagt.
Laswerkzaamheden (aansluiting op het waternetwerk) mogen
alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde lassers. Voor het
lassen moet altijd de Victaulic
worden losgemaakt.
-aansluiting of de tegen-flens
®
5