12 - OPTIES
12.2.4 - Werking van twee units in master/slave-
bedrijf (optie 58)
De klant moet de 2 units verbinden via een communicatiebus met
een 0,75 mm² getwiste, afgeschermde kabel (neem contact op
met de serviceafdeling van de fabrikant voor de inbedrijfstelling).
Alle parameters voor de Master/Slave-werking moeten worden
geconfigureerd via het "Service configuration"-menu.
Alle regelingen op afstand voor de Master/Slave-combinatie
(starten/stoppen, capaciteitsbeperking, enz.) worden beheerd door
de unit die is geconfigureerd als Master en moeten alleen op de
Master-unit worden toegepast.
Units geleverd met hydromodule
Werking in Master/Slave-bedrijf is alleen mogelijk als de units
parallel zijn gemonteerd:
■ De master/slave-combinatie wordt geregeld op de waterintrede
(systeemretour) zonder extra opnemer (zie voorbeeld 1).
■ Het is ook mogelijk om twee extra opnemers toe te voegen op
de gemeenschappelijke leiding (zie voorbeeld 2).
Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp.
Units geleverd zonder hydromodule
Wanneer units parallel geïnstalleerd zijn en als er een gezamenlijke
pomp geïnstalleerd is door de installateur, dienen afsluiters op
elke unit te worden geïnstalleerd. Deze moeten worden geregeld
(openen en sluiten) met de regeling van de betreffende unit
(de afsluiters voor elke unit kunnen worden geregeld via de
uitgangen voor de regeling van de waterpomp van de unit).
Raadpleeg de handleiding van de regeling voor de aansluitingen.
De aansturing van een pomp met variabel toerental moet, in dit
geval, op de 0-10 V uitgang van de Master-unit worden aangesloten
(alleen regeling van Delta T mogelijk).
Een installatie in serie is alleen mogelijk met een pomp met vast
toerental (voorbeeld 3):
■ De werking van de pomp wordt geregeld door de Master-unit.
■ De master/slave-combinatie wordt geregeld op de wateruittrede
zonder extra opnemers.
■ De installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd volgens het
schema van voorbeeld 3.
BELANGRIJK:
Beide units moeten elk over de optie beschikken om de
Master/Slave functie mogelijk te maken.
Als de een of twee units de optie toerengeregelde pomp
hebben, wordt aanbevolen om de regelmodus niet in
te stellen op het drukverschil. Aanbevolen wordt om het
temperatuurverschil te gebruiken, elk met hetzelfde setpunt.
44
Voorbeeld 1: Werking parallel - regeling op
waterintrede voor units met hydromodules
B
Voorbeeld 2: Parallelle werking - regeling op
wateruittrede voor units met hydromodule
B
Voorbeeld 3: Werking in serie - regeling op
wateruittrede voor een combinatie van units
B
Verklaring:
Alle afmetingen zijn in mm.
B
Master unit
C
Slave-unit
Waterintrede
Wateruittrede
Schakelkasten van Master en Slave-units
Waterpompen voor elke unit (normaliter ingebouwd in units met hydromodule)
Extra sensor voor de controle van uittredend water, aan te sluiten op
T
aansluiting 1 van de slave-prints van elke master- en slave-unit
CCN-communicatiebus
Aansluiting voor twee extra opnemers
Terugslagklep
C
C
C