8 - WATERAANSLUITINGEN
8.4.3 - Procedure voor het inregelen van het
waterdebiet
Lees, nadat het circuit is gereinigd, het waterdebiet uit op het
bedieningspaneel en vergelijk deze waarde met de theoretische
selectiewaarde. Als de debietwaarde groter is dan de
gespecificeerde waarde, dan is het totale drukverlies in het
systeem te klein in vergelijking met de statische druk van de pomp.
Draai in dit geval de inregelafsluiter een slag dicht en lees het
debiet opnieuw af. Herhaal deze stappen totdat het drukverlies
overeenkomt met het nominaal debiet op het werkingspunt van
de unit.
OPMERKING: Als het systeem een veel te groot drukverlies
heeft in verhouding tot de door de systeempomp geleverde
externe statische druk, dan kan het nominale waterdebiet niet
worden bereikt (het resulterende debiet is lager) en het
temperatuurverschil tussen de verdamper waterintrede en
wateruittrede wordt groter.
Om het drukverlies in het waternetwerk van het systeem te
verkleinen:
■ De individuele drukverliezen zoveel mogelijk te verminderen
(bochten, hoogteverschillen, kleppen etc.)
■ Gebruik de correcte leidingdiameter;
■ Maak de watersystemen niet te groot.
8.5 - Units met hydromodule en pomp
met variabel toerental - regeling constant
drukverschil (Delta P regeling)
Het systeemdebiet is niet ingesteld op een nominale waarde.
Het debiet wordt aangepast door het variëren van het toerental
van de pomp zodat een constant drukverschil wordt gehandhaafd,
ingesteld door de gebruiker. De drukopnemer bij de unituittrede
(nr. 10 in het normale watercircuitschema) wordt gebruikt als
controlemiddel.
Het systeem berekent het gemeten drukverschil en vergelijkt deze
waarde met het door de gebruiker geselecteerde regelpunt en
moduleert het pomptoerental indien nodig. Het resultaat is:
■ Een groter debiet, als de gemeten waarde kleiner is dan het
setpoint,
■ Een kleiner debiet, als de gemeten waarde groter is dan het
setpoint.
De debietvariatie wordt gerealiseerd door het vergelijken van het
toegelaten minimum en maximum debiet van de unit en van de
minimum en maximum frequentie van de pompvoeding.
Het gehandhaafde drukverschil kan in sommige gevallen afwijken
van de waarde van het setpoint:
■ Als de waarde van het setpoint te hoog is (bereikt voor een
groter debiet dan de maximum waarde of een hogere frequentie
dan de maximum waarde), stelt het systeem zich in op het
maximum debiet of de maximum frequentie en dit leidt dan tot
een kleiner drukverschil dan het setpoint.
■ Als de waarde van het setpoint te laag is (bereikt voor een
kleiner debiet dan de minimum waarde of een lagere frequentie
dan de minimum waarde), stelt het systeem zich in op het
minimum debiet of de minimum frequentie en dit leidt dan tot
een groter drukverschil dan het setpoint.
Neem contact op met de Carrier-serviceafdeling voor het
toepassen van de hieronder beschreven procedures.
8.5.1 - Reinigingsmethode watercircuit
Voordat u dit doet, adviseren wij u alle eventuele verontreinigingen
van het watercircuit te verwijderen.
■ Start de pomp van het systeem via de geforceerde startopdracht.
■ Stel de frequentie in op de maximum waarde om het grootste
debiet te krijgen.
■ Als het alarm ''Maximum flow exceeded'' (Max. debiet
overschreden) verschijnt, verminder dan de frequentie tot een
aanvaardbare waarde.
■ Lees het debiet af op het bedieningspaneel.
■ Laat de pomp continu draaien gedurende 2 uur om het
watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van
vaste ongerechtigheden).
■ Lees nogmaals het debiet af en vergelijk de waarde met de
oorspronkelijke waarde. Als de stroming is verlaagd dan
betekent dit dat het gaasfilter moet worden verwijderd en
gereinigd omdat het watercircuit vuildeeltjes bevat. Sluit in dit
geval de afsluiters bij de waterintrede en -uittrede
(nr. 19), tap de watersectie van de unit (nr. 6) af en verwijder
de filters (nr. 12 en 1).
■ Ontlucht het circuit (nr. 5 en 14).
■ Herhaal deze procedure indien nodig, om er zeker van te zijn
dat er geen vuil meer aanwezig is in het filter.
8.5.2 - Procedure voor het inregelen van het Delta P
setpoint
Setpoint
Nadat het watercircuit is gereinigd moet het zodanig worden
geconfigureerd dat de praktijksituatie ontstaat waarvoor de unit
is geselecteerd (alle kleppen/afsluiters open en alle
ventilatorconvectoren ingeschakeld). Lees het waterdebiet uit op
het bedieningspaneel en vergelijk deze met de theoretische
selectiewaarde:
■ Als het gemeten waterdebiet groter is dan de gespecificeerde
waarde, dan moet het toerental (%) worden verlaagd om het
waterdebiet te verkleinen.
■ Als de debietwaarde kleiner is dan de gespecificeerde waarde,
vergroot dan het drukverschil setpoint op het bedieningspaneel
om het debiet te vergroten.
Herhaal deze procedure tot het waterdebiet is bereikt waarop de
unit is geselecteerd. Noteer het benodigde drukverschil.
Stop de geforceerde aansturing van de pomp en ga verder met
de configuratie van de unit voor de gewenste regelmethode.
Wijzig de regelparameters:
■ Stel de waterdebietregeling in op 'pressure differential'
(drukverschil)
■ Stel de waarde van het benodigde drukverschil in
Standaard is de unit ingesteld op het minimum toerental
(frequentie: 50 Hz).
OPMERKINGEN:
Indien tijdens het inregelen het maximale of minimale
toerental wordt bereikt voordat het gespecificeerde debiet
wordt bereikt, houdt dan het drukverschil aan bij het maximale
of minimale toerental en gebruik deze waarde als setpoint.
Als de gebruiker het vereiste drukverschil al kent, kan dit
rechtstreeks worden ingevoerd als regelparameter. Het
reinigen van het hydraulisch circuit mag niet worden
overgeslagen.
29