12 - OPTIES
12.2.6.4 - Elektrische beveiliging ventilatormotoren
Elke motor wordt geregeld door een eigen frequentieregelaar. De elektrische bescherming wordt verzorgd door de variabele
toerentalregeling (in geval van een geblokkeerde rotor of overbelasting).
In het geval dat een ventilator niet werkt, detecteert de variabele toerentalregeling dit automatisch en wordt een waarschuwing
verzonden naar het SmartVu™ display. Zie het handboek van de regeling van de unit voor de lijst van de voor deze optie specifieke
alarmen.
Selectie op basis van het drukverlies
De opgegeven koelvermogens gelden voor een beschikbare druk van 160 Pa en voor een unit zonder filter.
Gebruik de onderstaande correctiefactoren voor het berekenen van de prestaties bij andere drukverliezen.
Drukverlies van het kanaal
0
50
100
130
160
200
240
Drukverlies van het kanaal
0
50
100
130
160
180
Opmerkingen:
Drukverlies, schoon filter = 6 Pa
Drukverlies, vuil filter = 12 Pa
12.2.7 - Brijnoptie (optie 6B)
Met deze optie is de productie van glycolwater bij lage temperatuur
mogelijk tot -8°C. De unit is voorzien van isolatie van de
zuiggasleiding en van een frequentieomvormer voor de
ventilatoren.
Het bedrijfsbereik is afhankelijk van de aanzuigdruk, die op zijn
beurt afhankelijk is van de volgende factoren:
■ Type glycolwater,
■ De glycolconcentratie,
■ Debiet,
■ De glycoltemperatuur,
■ De condensatiedruk (omgevingstemperatuur).
Voorbeeld: Voor een werking met ethyleenglycol van 30% met
een glycolwatertemperatuur van -8°C (met een intrede van -3°C),
is de maximale omgevingstemperatuur voor de werking
ongeveer 35°C.
Zie de paragraaf over de bedrijfslimieten
30RB/RQ - 040R - 055R
Ventilatortoerental, t/s
12,00
13,33
14,66
15,46
16,26
17,31
18,36
30RB/RQ - 060R - 160R
Ventilatortoerental, t/s
15,83
16,81
17,78
18,36
18,36
18,36
Opgenomen vermogen coëfficiënt
0,943
0,962
0,980
0,990
1,000
1,012
1,023
Opgenomen vermogen coëfficiënt
0,929
0,944
0,964
0,978
1,000
1,019
12.2.7.1 - Vorstbeveiliging
De lagedruk- en vorstbeveiligingen van de verdamper zijn
afhankelijk van de hoeveelheid toegevoegde antivries in het
watersysteem. De verdamperbenadering (LWT - SST) evenals de
vorstbescherming zijn gebaseerd op deze hoeveelheid.
Het is daarom belangrijk om de hoeveelheid antivries in het
watersysteem te controleren bij het eerste opstarten (30 minuten
laten circuleren voor een goede homogeniteit van het mengsel
voordat u een monster neemt). Raadpleeg de gegevens van de
fabrikant om de vorstbescherming te bepalen aan de hand van
de gemeten concentratie.
De temperatuur waarbij de vorstbescherming wordt geactiveerd
moet worden ingevoerd in de parameters van de unitsoftware.
Met deze waarden kunnen de volgende grenzen worden
gedefinieerd:
1. Vorstbescherming verdamper
2. Beveiliging lagedruk
Het wordt aanbevolen om de inbedrijfstelling van een glycolinstallatie
te laten uitvoeren door Carrier.
Koelvermogen coëfficiënt
1,019
1,012
1,006
1,003
1,000
0,998
0,996
Koelvermogen coëfficiënt
1,018
1,016
1,014
1,011
1,000
0,991
47