1. Hendel van remnok
3.
Herhaal stap
1
en
machine.
4.
Zet de parkeerremhendel naar beneden
(vrijgezette stand).
Het remsysteem controleren
1.
Controleer de linker en rechter remstang
72) op beschadiging en slijtage.
Opmerking:
Als de onderdelen van de
remstang beschadigd of versleten zijn,
moet u deze vervangen; raadpleeg de
Onderhoudshandleiding van uw machine.
1. Remstangen
2. Hendel van remnok
Figuur 71
2
aan de andere kant van de
Figuur 72
3. Scharnieras van rem
2.
Controleer de scharnieras van de rem
72) op beschadiging en slijtage.
Als de scharnieras beschadigd of versleten
is, moet u deze vervangen; raadpleeg de
onderhoudshandleiding van uw machine.
De wielnaaf en de remtrommel
monteren
1.
Maak de wielnaaf en de hydraulische motoras
grondig schoon.
2.
Plaats de schijfspie in de gleuf van de
wielmotoras
g332560
(Figuur
1. Schijfspie
3.
Monteer de wielnaaf en de remtrommel op de
wielmotoras
g332541
Machines zonder het optionele grasscherm
1. Borgmoer
2. Naaf en remtrommel
52
(Figuur
73).
Figuur 73
2. Gleuf (wielmotoras)
(Figuur 74
of
Figuur
75).
Figuur 74
3. Wielmotoras
(Figuur
g332521
g332519