van ammoniak of natriumbicarbonaat is gedompeld.
Spoel de bovenkant na het reinigen af met water.
Verwijder nooit de vuldoppen bij het reinigen.
De accukabels moeten stevig op de accupolen zitten
zodat ze goed contact maken.
WAARSCHUWING
Als accukabels verkeerd worden verbonden,
kan dit schade aan de machine en de kabels
tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing
komen en lichamelijk letsel veroorzaken.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu
los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu
aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Als er op de accupolen corrosie ontstaat, moet u
de kabels losmaken, de min (–) kabel eerst, en de
klemmen en polen afzonderlijk schoonkrabben. Zet
de kabels vast, de plus (+) kabel eerst, en smeer de
accupolen in met vaseline.
Zekeringen controleren
De zekeringen in het elektrische systeem bevinden
zich onder het bedieningspaneel.
Onderhoud
aandrijfsysteem
De bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht
laten ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De
luchtdruk in de achterbanden moet 0,83 bar zijn.
Opmerking:
Zorg ervoor dat alle banden steeds de
aanbevolen bandenspanning hebben, hierdoor kan
de machine optimale maaiprestaties leveren en goed
functioneren.
GEVAAR
Een te lage bandenspanning vermindert
de stabiliteit van de machine op hellingen.
Hierdoor kan de machine omkantelen,
waardoor lichamelijk of dodelijk letsel kan
ontstaan.
Pomp de banden niet te zacht op.
De wielmoeren aandraaien
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Haal de wielmoeren aan met 103 tot 127 N·m.
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Zorg dat de wielmoeren met de juiste torsie
zijn aangedraaid.
De tractie-aandrijving
afstellen voor de
neutraalstand
Als de machine beweegt wanneer het tractiepedaal in
de
NEUTRAALSTAND
tractie worden afgesteld.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
46
staat, moet de afstelnok van de