1. Borgpen
3.
Als u een voorste maai-eenheid monteert, moet
u de maai-eenheid onder de hefarm schuiven,
terwijl u de as van het draagframe in het juk van
het draaipunt van de hefarm steekt
Figuur 10
1. Hefarm
2. As van draagframe
De achterste maai-eenheden
uitlijnen met de hefarmen
Maai-eenheden afgesteld voor een
maaihoogte van 1,2 cm of hoger
1.
Verwijder de lunspen en de ring waarmee de as
van het draaipunt van de hefarm is bevestigd
aan de hefarm, en schuif de as uit de hefarm
(Figuur
11).
Figuur 9
2. Kapje
(Figuur
3. Juk van draaipunt van
hefarm
1. Lunspen van as van hefarm en ring
g003975
2.
Plaats het juk van de hefarm op de as van het
draagframe
3.
Steek de as van de hefarm in de hefarm en zet
deze vast met de ring en de lunspen
De maai-eenheden aan de
10).
hefarmen monteren
1.
Plaats het kapje op de as van het draagframe
en het juk van de hefarm.
2.
Zet het kapje en de as van het draagframe vast
aan het juk van de hefarm met de borgpen.
Opmerking:
maaidek is gewenst of de opening als het
maaidek moet worden vastgezet in zijn stand
(Figuur
9).
3.
Bevestig de ketting van de hefarm aan de
kettingbeugel met de borgpen
Opmerking:
kettingschakels volgens de instructies in
de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
g020321
1. Ketting van hefarm
2. Kettingbeugel
De messenkooimotoren monteren
1.
Smeer schoon vet op de sleufas van de motor
van de messenkooi.
16
Figuur 11
(Figuur
10).
Gebruik de sleuf als een sturend
(Figuur
Gebruik het aantal
Figuur 12
3. Borgpen
g003979
(Figuur
11).
12).
g003948