Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank
aftappen en reinigen.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat
de maai-eenheden zakken, stel de parkeerrem in
werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als
het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de
machine voor langere tijd wordt opgeslagen. Gebruik
schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de parkeerrem in
werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje
uit de contactschakelaar.
De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Waterafscheider aftappen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
3.
Draai de aftapplug onder de filterbus los
57).
1. Waterafscheider/filterbus
2. Ontluchtingsplug
4.
Draai de plug weer vast na het aftappen.
Brandstoffilterbus
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Reinig de omgeving van de plaats waar de
filterbus wordt gemonteerd
3.
Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar
deze wordt gemonteerd.
4.
Smeer schone olie op de pakking van de
filterbus.
5.
Monteer de filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
Injectors ontluchten
Opmerking:
worden toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht
met behulp van de normale ontluchtingsprocedures
en de motor niet start; zie
(Figuur
ontluchten (bladz.
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maai-eenheden zakken, stel de parkeerrem
in werking en zet de motor af.
2.
Draai de leidingconnector naar spuitmond nr. 1
en de houder los.
44
Figuur 57
3. Aftapventiel
(Figuur
Deze procedure mag uitsluitend
Het Brandstofsysteem
30).
g009880
57).