1
De maai-eenheden
monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Rechter slanggeleider (model 03820 en 03821)
1
Linker slanggeleider (model 03820 en 03821)
De machine en de maai-eenheden
voorbereiden
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de motor uit en neem het sleuteltje uit
de contactschakelaar.
2.
Haal de motoren van de messenkooien uit de
transportbeugels.
3.
Verwijder de verzendbeugels en werp deze weg.
4.
Haal de maai-eenheden uit de dozen. U moet de
maai-eenheden monteren en afstellen volgens
de instructies in de Gebruikershandleiding.
5.
Zorg ervoor dat het contragewicht
wordt gemonteerd aan het juiste uiteinde van
de maai-eenheid volgens de instructies in de
Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
1. Contragewicht
De gazoncompensatieveer
plaatsen
(Figuur
3)
Alle maai-eenheden worden geleverd met de
gazoncompensatieveer gemonteerd op de
rechterkant van de maai-eenheid. Zorg ervoor
dat de gazoncompensatieveer wordt gemonteerd
aan dezelfde kant van de maai-eenheid als de
aandrijfmotor van de messenkooi.
Opmerking:
verwijdert, moet u de R-pen in het gat voor de
veerstang naast de stangbeugel plaatsen. Anders
moet u de R-pen in de opening in het uiteinde van
de stang plaatsen.
1.
1. Gazoncompensatieveer
2. Stangbeugel
14
Figuur 3
Als u de maaidekken monteert of
Draai de 2 slotbouten en de moeren los
waarmee de stangbeugel is bevestigd aan de
lippen op de maai-eenheid
Figuur 4
g019938
(Figuur
4).
g003949
3. Veerbuis