Instelling wijzigen
0
De toets Klok
indrukken. Met de draaiknop de tijdsduur
wijzigen.
Het instellen afbreken
De functiekeuzeknop uitzetten.
Instellingen opvragen
0
y
0
Eindtijd
of Tijd
opvragen:
de toets Klok
zo vaak indrukken tot het betreffende symbool
verschijnt. De opgevraagde waarde wordt enkele seconden
weergegeven.
De oven moet automatisch in- en
uitschakelen
Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de oven mogen staan.
%
Het voorbeeld in de afbeelding: instelling voor boven- en
onderwarmte
.
Het is 10:45 uur. De bereidingstijd voor het gerecht bedraagt
45 minuten en het moet om 12:45 uur klaar zijn.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
1.
Met de draaiknop de temperatuur of de grillstand instellen.
2.
0
De toets Klok
indrukken.
3.
4.
Met de draaiknop de tijdsduur instellen.
0
De toets Klok
zo vaak indrukken tot het symbool Einde
5.
knippert.
Op het display ziet u wanneer het gerecht klaar is.
Met de draaiknop de eindtijd op een later tijdstip zetten.
6.
Na enige seconden wordt de instelling overgenomen. Op het
display staat de eindtijd, totdat de oven start.
De bereidingstijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven schakelt zichzelf uit. De
functiekeuzeknop uitzetten.
Sabbat-schakeling
%
Met deze instelling houdt de oven 73 uur lang bij boven- en
onderwarmte
een temperatuur van 85 °C.
Gedurende deze tijd blijven de gerechten in de oven warm,
zonder dat u deze hoeft in- of uit te schakelen.
14
K
PLQ
NJ
K
PLQ
NJ
Aanwijzing: Zolang er een symbool knippert kunt u wijzigen.
Wanneer het symbool verlicht is, is de instelling overgenomen.
U kunt de wachttijd veranderen tot de instelling wordt
overgenomen. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
Basisinstellingen.
Restwarmte-indicatie
Wanneer u de oven uitschakelt, kunt u van de opwarmcontrole
de restwarmte in de oven aflezen. Zijn alle velden gevuld, dan
heeft de oven een temperatuur van ca. 300 °C.
Is de temperatuur gedaald tot 60 °C, dan verdwijnt de
opwarmcontrole.
Restwarmte gebruiken
Met de restwarmte kunt u gerechten in de oven warmhouden.
Bij gerechten met langere bereidingstijden, kunt u de oven al 5-
10 minuten eerder uitschakelen. De bereiding van uw gerecht
wordt voltooid met de restwarmte. Zo spaart u energie.
Snelvoorverwarming
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming bij een ingestelde temperatuur
boven 100 °C. Geschikt zijn de verwarmingsmethoden:
Boven- en onderwarmte
■
:
3D-hetelucht
■
y
;
Pizzastand
■
4
Circulatiegrillen
■
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas
in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen beëindigd
is.
Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
1.
c
2.
De toets
indrukken.
Op het display is het symbool
warmen. De velden van de verwarmingscontrole raken vol.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het symbool
Zet uw gerecht in de oven.
Snelvoorverwarming afbreken
c
De toets
indrukken. Het symbool
verdwijnt.
Aanwijzingen
Wanneer u de verwarmingsmethode wijzigt, wordt het snel
■
voorverwarmen afgebroken.
De functie Snelvoorverwarming werkt niet wanneer de
■
ingestelde temperatuur beneden de 100 °C ligt. Als de
temperatuur in de oven slechts enigszins lager is dan de
ingestelde temperatuur, dan is het snel voorverwarmen niet
nodig. Deze functie wordt niet ingeschakeld.
Tijdens het snel voorverwarmen kunt u met de toets Info
■
actuele opwarmtemperatuur opvragen.
1.
De functiekeuzeknop op "P" zetten.
op het display knippert P.
2.
Met de draaiknop het programma P25 instellen.
%
c
verlicht. De oven begint op te
c
op het display verdwijnt.
c
op het display
±
de