4
THeRmIScH oNTWeRP
Remeha Gas HP 35 A
Gasabsorptiewarmtepompen zijn zeer efficiënte
verwarmingsapparaten, maar om een maximale opbrengst te
krijgen is het van essentieel belang dat ze correct geïntegreerd
worden in het verwarmingssysteem. Een juist ontwerp van de
thermische karakteristieken van het systeem is noodzakelijk
om het maximale rendement van de warmtepompen te
bereiken.
4.1
besturingsontwerp
•
Een continue aan/uit cyclus (pendelen) heeft een sterk
negatief effect op het totale jaarrendement. Als het systeem
een lage thermische capaciteit aan de gebruikerskant
heeft, dan zal het toevoegen van een buffervat het totale
jaarrendement aanzienlijk verhogen.
•
Het rendement van de warmtepompen wordt verhoogd als
de uitgaande watertemperatuur wordt verlaagd.
•
Het systeem moet zo ontworpen worden dat de
retourtemperatuur altijd zo laag mogelijk gehouden
wordt, bij voorbeeld door het gebruik van modulerende
systeempompen (bij de overschrijding van de maximale
retourtemperatuur schakelt de warmtepomp uit).
4.2
Hydraulisch ontwerp
•
De keuze tussen de HT en LT versie van de warmtepomp
is afhankelijk van het type en het ontwerp van het
distributiesysteem (vloerverwarming, ventilatie-units,
radiatoren ...). De HT versie gaat tot een maximale
retourtemperatuur van 55 °C (65 °C aanvoer), terwijl
de LT versie tot maximaal 45 °C (55 °C aanvoer) gaat.
Alleen de LT versie is geschikt voor langdurig bedrijf bij
retourtemperaturen onder 30 °C.
•
Wanneer de ontwerp-retourtemperatuur van het systeem
minder dan 55 °C bedraagt, zijn reserveketels voor lage
buitentemperaturen niet nodig. Denk hierbij ook aan
eventuele warmteverliezen in het systeem of, indien van
toepassing, door het gebruik van een tegenstroomapparaat
(TSA).
•
Wanneer de ontwerp-retourtemperatuur van het
systeem hoger dan 55 °C is, zijn reserveketels voor
lage buitentemperaturen wel nodig. Het vermogen van
deze ketels (exclusief het warmtepompvermogen) moet
voldoende zijn voor de warmtevraag van het systeem bij de
ontwerptemperatuur.
•
De ontwerp-aanvoertemperatuur van het systeem kan
gekozen worden boven de maximale temperatuur van de
warmtepomp, wanneer de extra ketels hydraulisch in serie
verbonden zijn met de warmtepompen (zie ook Afb. 02 en
Afb. 03).
•
Voor de productie van sanitair warm water is de
gasabsorptiewarmtepomp niet het meest geschikte
middel. De warmtepomp kan wel gebruikt worden voor
het voorverwarmen van sanitair warm water, wanneer
een meer gecompliceerd en duurder hydraulisch ontwerp
acceptabel is.
•
Het buitengedeelte van de installatie kan gevuld
worden met een glycolmengsel om de warmtewisselaar
tegen bevriezing te beschermen. Helaas zal het
temperatuurverval over de warmtewisselaar het rendement
van de warmtepomp verlagen. Naast het toepassen van
een glycolmengsel, zijn er ook nog andere mogelijkheden
voor vorstbeveiliging. Deze worden elders in deze
handleiding besproken.
8
(LT/HT)