Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Can-Bus Op Gas Hp Warmtepomp - REMEHA Gas HP 35 A Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

E
D
Afb. 06
CAN-bus kabelaansluiting (eind-node) op de
printplaat van de Gas HP warmtepomp
B
A
C
F
T003995-B
Remeha Gas HP 35 A
Voor totale afstanden ≤ 200 m en netwerken met een
maximum van zes nodes (bijvoorbeeld: 3 warmtepompen
en 3 CAN-OT interfaces), voldoet een enkelvoudige,
afgeschermde 3 x 0,75 mm kabel.
Voor de CAN-aansluiting is een CAN-bus kabel nodig met drie
draden. Als de beschikbare kabel meer dan drie gekleurde
draden heeft, gebruik dan de draden met de kleuren zoals in
de tabel is aangegeven en snijd de overige, onnodige draden
af.
De CAN-bus kabel moet over de gehele lengte beschermd
worden door een mantel die aan de volgende eisen voldoet:
Nominale diameter 17 mm,
T-profiel
Bedrijfstemperatuur 105 °C
Vlamvertragend
Bestand tegen zuur, olie, oplosmiddelen en brandstoffen
De TEAFLEX PAS T 17S mantel voldoet aan deze eisen.

6.4.2 Aansluiting CAN-bus op Gas HP warmtepomp

De CAN-bus kabel moet aangesloten worden op de speciale
aansluitconnector, die op de interne besturingsautomaat van
de warmtepomp zit.
Legenda
A
Isolatietape om de controller te beschermen
B
CAN-bus kabelmantel (voorbekabeld vanaf de
voorlaatste warmtepomp)
C
Beugel om de CAN-bus kabel vast te zetten
D
Aansluitconnector om de CAN-bus kabels aan te sluiten
(zie Afb. 07 en Afb. 08)
E
Draden (3) van de CAN-bus kabel
F
Beugel om de CAN-bus kabel naar de volgende
warmtepomp vast te zetten (tussen-node)
¯ WAARScHuWING
Zorg dat de warmtepomp spanningsloos is, voordat met de
werkzaamheden aan het elektrische paneel begonnen wordt.
1. Snij een stuk kabel af dat lang genoeg is voor de
verbinding, zonder dat er een lus in komt.
2. Verwijder ongeveer 140-160 mm van de kabelmantel
en de draden die er in zitten. Beschadig hierbij niet het
aardscherm.
3. Als de gebruikte kabel te dun is om vastgehouden te
worden in de kabelbeugel (zie C in Afb. 06), verdik de
kabel door isolatietape te wikkelen om de kabelmantel die
zich naast het gestripte deel bevindt (tot een diameter van
ca. 12-13 mm).
4. Trek het aardscherm terug over de kabelmantel en
gebruik isolatietape om het eind van het teruggetrokken
aardscherm vast te plakken (zie Afb. 06 (A)).
5. Als de warmtepomp een eind-node in het netwerk is,
sluit dan de drie gekleurde draden aan op de oranje
aansluitconnector zoals aangegeven bij D in Afb. 06. Sluit
de juiste kleuren aan op de L-, H- en GND-aansluitingen,
zoals aangegeven in Tabel 03 en Afb. 07.
16
(LT/HT)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave