Remeha Gas HP 35 A
7.3
HydrauIische installatie
7.3.1 Algemene installatievoorschriften
•
Maak alle leidingen en alle onderdelen die in de installatie
gebruikt worden, inwendig grondig schoon voordat met de
installatie begonnen wordt.
•
Controleer of de gastoevoer voldoet aan de specificaties
van de fabrikant van de installatie.
•
De installatie moet aan de buitenkant van het gebouw
geplaatst worden, in een gebied met natuurlijke
luchtcirculatie en voldoende bescherming tegen
weersverschijnselen.
•
De installatie kan geïnstalleerd worden op de begane grond
of op een terras of dak, indien het terras of dak geschikt zijn
voor de afmetingen en het gewicht van de installatie.
¯ WAARScHuWING
De installatie mag niet in een besloten ruimte geplaatst
worden.
¯ oPGeLeT
De installatie moet geplaatst worden in een gebied dat altijd
toegankelijk is.
•
De ventilatorafvoeropening aan de bovenkant van het
apparaat, mag niet belemmerd of afgedekt worden door
overhangende constructies (uitstekende daken, dakranden,
balkons, richels en bomen.
•
Plaats de installatie niet in de onmiddellijke nabijheid
van gasafvoeren, schoorstenen of iets dergelijks, om te
voorkomen dat warme of verontreinigde lucht naar binnen
wordt gezogen door de ventilator.
•
Indien het nodig is om de installatie in de nabijheid van
andere gebouwen te plaatsen, zorg er dan voor dat er geen
kans is op waterlekkage door druppende dakgoten e.d.
•
Een gaskraan en flexibele koppeling zijn nodig voor het
aansluiten van de gastoevoer.
•
Gebruik flexibele verbindingen (antivibratie
verbindingsstukken) tussen de warmtepompinstallatie en
de hydraulische en gastoevoer pijpen.
•
Plaats de skid altijd op (de door de fabrikant
voorgeschreven) trillingsdempers.
•
Zie de Installatie- en Servicehandleiding van de
warmtepomp voor specifieke instructies voor de installatie
van de warmtepomp.
7.3.2 Positionering van de installatie
Hijsinstructies
De warmtepompinstallatie moet in de originele verpakking
blijven tijdens de plaatsingswerkzaamheden.
¯ oPGeLeT
Verwijder de fabrieksverpakking pas nadat de installatie op de
definitieve plaats staat.
Als de installatie opgehesen moet worden maak dan twee
hijsbanden of kabels vast aan de daarvoor bestemde
openingen aan de onderkant van de installatie. Gebruik
24
(LT/HT)