•
De toepassing van glycol wordt in hoofdstuk 4.5 van de
Installatie- en Servicehandleiding uitgebreid behandeld.
5.4.1 Ontdooicyclus
Als de warmtepomp in bedrijf is bij buitentemperaturen rond
en onder het vriespunt, kan de waterdamp uit de aangezogen
lucht aanvriezen op de vinnen van de verdamper.
Als de automatische antivriesfuntie geactiveerd is, zal de
warmtepomp door gaan met leveren van warmte aan de
installatie en een ontdooicyclus opstarten. Dit betekent dat het
verdampings- en condensatieproces niet omgekeerd hoeft te
worden.
Tijdens de ontdooicyclus wordt een deel van de
ammoniakstroom direct vanaf de generator (met een
temperatuur van ca 80 °C) naar de verdamper geleid,
waardoor de verdamper snel ijsvrij wordt gemaakt. De
ammoniakhoofdstroom blijft intussen warmte afgeven aan het
CV-water.
De praktijk heeft uitgewezen dat er gedurende een standaard
winter niet meer dan 50 ontdooicycli nodig zijn. Een cyclus
duurt gemiddeld slechts 3 minuten, dankzij de hoge
condensatietemperatuur van de ammoniakstroom. Hierdoor
heeft de ontdooicyclus geen meetbare invloed op de efficiency
van de Remeha warmtepomp.
5.5
Waterbehandeling
Zie hiervoor de Installatie- en Servicehandleiding van de
warmtepomp.
13