R H R H R H
Afb. 25
Aansluiting van het warmtelint
¯ oPGeLeT
•
•
•
•
•
•
7.4.2 Aansluiting secundaire circuitpomp
•
•
•
•
7.4.3 Besturing van de warmtepompen door een Aan/Uit
De warmtepompen kunnen aangestuurd worden door een
Aan/Uit signaal per eenheid. Omdat de eenheden op een skid
voorbekabeld zijn voor de CAN-bus, moet deze bekabeling
aangepast worden door de installateur. In de GEP op de skid
is plaats voor extra aansluitconnectoren als de CAN-bus
terminal verwijderd wordt van de DIN rail. Zie de Installatie-
en Servicehandleiding van de warmtepompen voor de juiste
aansluitingen. Raadpleeg zo nodig de afdeling Sales Support.
7.4.4 Aansluiting warmtelint
Voor vorstbeveiliging door middel van warmtelint (heat tracing)
heeft Remeha 2 verschillende uitvoeringen voor de
warmtepompen op een skid:
•
•
Bij de uitvoering die voorbereid is voor warmtelint kan
desgewenst naderhand een warmtelintset aangebracht
worden. Hiervoor zijn de aanvoer- en retourverzamelleidingen
voorzien van een buis waardoor het warmtelint geleid kan
worden. Voor de elektrische aansluiting van het warmtelint op
de algemene schakelkast (GEP) zie Afb. 25 en Afb. 26.
Bij de uitvoering met voorgemonteerd warmtelint zijn alle
benodigde delen reeds gemonteerd en aangesloten.
T005422-A
33
Het is niet toegestaan om relais of andere elektrische
componenten te installeren in het algemene elektrische
paneel.
Een foutieve elektrische aansluiting of verstoring van
het correct functioneren van de installatie, kan schade
veroorzaken aan de elektrische onderdelen van de
installatie.
Zet de warmtepompinstallatie niet aan als de hydraulische
installatie nog niet gevuld is.
Gebruik de externe stroomonderbreker alleen om de
spanning op de installatie uit te schakelen, nadat de gehele
uitschakelcyclus (via de regeling) is uitgevoerd.
Zorg ervoor dat de aardedraad langer is dan de fasedraden
Dit zorgt ervoor dat de aardedraad als laatste losschiet
wanneer er per ongeluk aan de kabels getrokken wordt.
Gebruik geen gasleidingen om de elektrische installatie te
aarden.
Remeha beveelt sterk aan om het debiet van de secundaire
circuitpomp zo te regelen, dat de retourtemperatuur van het
secundaire circuit altijd zo laag mogelijk is.
De secundaire circuitpomp moet aangestuurd worden door
de regeling van de installatie (gebouwenbeheersysteem).
De elektrische onderdelen die nodig zijn voor de aansluiting
(relais, zekeringen, schakelaars e,d), moeten in een
externe schakelkast gemonteerd worden.
De secundaire circuitpomp mag wel op de klemmen van
een Rematic MC worden aangesloten. De pomp wordt dan
aan/uit bediend. Zie voor meer informatie de documentatie
van de Rematic MC.
signaal
voorbereid voor montage van een warmtelint set
compleet voorzien van warmtelint.