ACU-100
13.2.11 ASP-205 sirene
Signalering parameters kunnen onafhankelijk voor beide posities / zones van de sirene
worden geprogrammeerd. De en toetsen staat u toe te navigeren tussen de parameters,
en de en toetsen om deze aan te passen. Het volgende dient te worden
geprogrammeerd:
– Werking mode van de akoestische signalering: deze kan worden uitgeschakeld (het
symbool getoond) of één van de drie te selecteren akoestische signaal types;
– Maximale signaleringsduur: 1, 3, 6 of 9 minuten;
– Werking mode voor optische signalering: deze kan worden uitgeschakeld (het symbool
getoond) of ingeschakeld (het J symbool getoond). Met het LCD bediendeel van het
INTEGRA / INTEGRA Plus alarmsysteem kunt u de signalering in of uitschakelen door
het indrukken van een willekeurige numerieke toets (de en toetsen hebben geen
effect).
13.2.12 ASW-100 E en ASW-100 F controllers
Gebruik de en toetsen om de werking mode van de ASW-100 controller in te stellen.
14. D
E CONTROLLER HERSTELLEN NAAR DE STANDAARD WAARDEN
De volgende parameters zijn voorgeprogrammeerd als standaard waarde:
• Servicecode: 12345;
• D
10 wachtwoord: 0000000000000000;
LOAD
• Communicatie periode: 24s;
• Probleem signalering: LED indicator;
• Geen geregistreerde draadloze apparaten.
De standaard (fabriek) instellingen kunnen worden hersteld bij gebruik van de H
functie in het bediendeel verbonden met de controller, of door een hardware
INSTELLINGEN
herstart. Om deze herstart tot standaard waarde te bewerkstelligen, volgt u onderstaande
instructies op:
1. Schakel de voeding spanning uit van de controller.
2. Maak de kabels los (indien gebruikt) die aangesloten zijn op de controller communicatie
bus.
3. Sluit de CLK en DAT aansluitingen kort.
4. Schakel de voeding weer in op de controller. Een korte tijd na het inschakelen van de
voeding zal de werking mode LED indicator oplichten in rood. Wanneer de standaard
waarde is hersteld, zal de LED kleur wijzigen in groen.
5. Open de CLK en DAT aansluitingen.
6. Schakel de voeding van de controller weer uit.
7. Sluit de kabels van de controller communicatie bus (indien gebruikt) weer aan.
8. Schakel de voeding van de controller weer in.
15. T
ECHNISCHE
Werking frequentie band ...................................................................... 868.0 MHz ÷ 868.6 MHz
Aantal ondersteunende draadloze apparaten ........................................................................ 48
Bereik.................................................................................................... tot 500 m (in open veld)
Voeding voltage ................................................................................................. 12 V DC ±15%
Stand-by verbruik ........................................................................................................... 140 mA
G
EGEVENS
SATEL
49
ERSTART