Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Apmd-150 Detector; Amd-100 En Amd-101 Detectoren; Amd-102 Detector; Agd-100 Detector - Satel abax ACU-100 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

ACU-100

13.1.2 APMD-150 detector

Voer een drie cijferige volgorde in:
e
1
Cijfer – gevoeligheid van de infrarood: van 1 tot 4 (1 – minimum; 4 – maximum),
e
2
Cijfer – gevoeligheid van de radar: van 1 tot 8 (1 – minimum; 8 – maximum),
e
3
Cijfer – type van werking in de test mode: 0 (signalering activering nadat beweging
gedetecteerd is door beide detectoren), 1 (signalering activering nadat beweging
gedetecteerd is door de infrarood detector) of 2 (signalering activering nadat beweging
gedetecteerd is door de radar detector).
Bijvoorbeeld het invoeren van de waarde 4-4-0 betekent dat de infrarood gevoeligheid is
ingesteld op 4, de radar gevoeligheid ook op 4 is ingesteld, en in de test mode zal de
detector een activering zal signaleren (de LED zal aan gaan) nadat beweging gedetecteerd is
door beide detectoren.

13.1.3 AMD-100 en AMD-101 detectoren

Voer het cijfer 0 in (het reed contact aan de korte zijde) of 1 (het reed contact aan de lange
zijde) om te selecteren welke van de twee reed contacten actief dient te zijn.

13.1.4 AMD-102 detector

Voor het magneetcontact (de eerste positie / de eerste zone van de AMD-102 detector), voer
het cijfer 0 in (het reed contact aan de korte zijde) of 1 (het reed contact aan de lange zijde)
om te selecteren welk reed contact actief dient te zijn.
Voor de roller shutter ingang (de tweede positie / de tweede zone van de AMD-102 detector),
voer n volgorde in van twee cijfers:
e
1
Cijfer – Aantal pulsen: van 1 tot 8,
e
2
Cijfer – Puls geldigheidsduur: 0 (30 s), 1 (120 s), 2 (240 s) of 3 (onbeperkte duur – alleen
het omschakelen van de detector van de passieve mode naar de actieve mode zal de
puls telling doen resetten).
Bijvoorbeeld het invoeren van de waarde 4-2 betekent dat de zone zal worden geactiveerd
na het registreren van 4 pulsen, en dat de maximale tijd dat kan verstrijken tussen de eerste
en laatste puls 240 seconden kan zijn.

13.1.5 AGD-100 detector

Voer een cijfer in van 1 tot 3 welke correspondeert met de geselecteerde gevoeligheid voor
het hoog frequente kanaal (zie: Tabel 9).

13.1.6 AVD-100 detector

Voor het magneetcontact (de eerste positie / de eerste zone van de AVD-100 detector), voer
het cijfer 0 in (het reed contact aan de korte zijde) of 1 (het reed contact aan de lange zijde)
om te selecteren welk reed contact actief dient te zijn.
Voor de trildetector (de tweede zone gebruikt door de AVD-100 detector), voer een 2-cijferige
volgorde in:
e
1
Cijfer – Gevoeligheid: van 1 tot 8 (1 – minimaal; 8 – maximaal),
e
2
Cijfer – Aantal Pulsen: van 0 tot 7.
Bijvoorbeeld het invoeren van de waarde 4-6 betekent dat de gevoeligheid is ingesteld op 4
en het aantal pulsen op 6.

13.1.7 ASD-100 detector

Voer een volgorde in van drie cijfers corresponderend aan de geselecteerde parameters, als
getoond in Tabel 10.
SATEL
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave